19
Daar de quantity-surveyors véél met begrotingen te maken
hebben en hun opleiding mede sterk rekening houdt met uitvoe
ringsmethoden op de bouwplaats, zijn zij in staat de aannemers
begrotingen (die dus op de door de quantity-surveyor gemaakte
bill of quantities zijn gebaseerd) deskundig te beoordelen. Daar
bovendien veel aannemers calculators in dienst hebben die dezelfde
opleiding hebben genoten als de onafhankelijke quantity-surveyors,
is er van spraakverwarring feitelijk nooit sprake. En wat zéér
belangrijk is: over verschillen in hoeveelheden hoeft niet te worden
getwist, want die zijn er niet.
In de loop der jaren ontwikkelde de quantity-surveyor zich in de
richting van „kostendeskundige". Hij had steeds recente kennis
van prijzen op de bouwmarkt en was in staat om ook op grond van
vrij summiere gegevens reeds tijdens het ontwerpstadium een
duidelijke indicatie te geven van kosten, welke bij alternatieve
oplossingen van de architect zouden behoren. Er zijn architecten
die hun quantity-surveyor kiezen, direct nadat zij opdracht hebben
gekregen voor het ontwerpen van een gebouw. De quantity-sur
veyor is als het ware hun „levend kostenbesef". Hij interpreteert
wat de ontwerper tekent in kosten.
De architect zélf is feitelijk in veel gevallen, als creatief werker,
als schepper van een bouwwerk naar zijn aard ongeschikt om a
tempo te denken aan de geldelijke consequenties van zijn ontwerp.
Een specialisatie van deze functies: de creatieve ontwerper en los
van hem de kostendeskundige, blijkt zéér goede resultaten te kunnen
hebben. De ontwerper wordt ervoor behoed te vér door te schieten
in een ontwerprichting, die achteraf op grond van te hoge kosten
niet realiseerbaar blijkt te zijn.
Een soortgelijke situatie treft men aan, waar het gaat om het
werk van de geodeet enerzijds en de taxateur anderzijds. Naast de
,,landsurveyor" treffen we de valuation-surveyor" aan. In Engeland
zijn over de mogelijkheden van die samenwerking, evenals in het
geval van de architect en de quantity-surveyor, discussies gaande.
Wat ook voor de situatie in ons land van belang kan zijn, is een
erkenning van het verschil in „type", in „mentaliteit" tussen de
landmeter met zijn uitgesproken gevoel voor exact-zijn en de des
kundige in zake waarden (taxateur), die het aandurft ook reeds in
het prille stadium van een project een raming van kosten te maken.
We denken daarbij zowel aan ontwerpen voor ruilverkavelings
projecten als aan de voorbereiding van grote civiele projecten e.d.
In Engeland heeft de quantity-surveyor, zoals we reeds opmerk
ten, zich in de bouwnijverheid weten te ontwikkelen tot kostendes
kundige naast de ontwerper. De opdrachtgever heeft daardoor
meer zekerheid gekregen ten aanzien van de beheersing van zijn
bouw-budget.
De quantity-surveyor legt tegenwoordig het accent van zijn