32 besproken. Hierbij blijkt de verhouding (3/a van groot belang te zijn: a is een willekeurige helling van de kijker, [3 de hierbij beho rende helling van de compensator. In een bepaald instrument is (3/a een constante, waarvan de grootte wordt voorgeschreven door o.a. de gebruikte kijkeroptiek. Uit mechanisch-theoretische be schouwingen kan bij elk type compensator een formule voor |3/a als functie van dimensies van de compensator en meerdere fysische grootheden worden afgeleid, «„-formule genoemd. Als deze formule bekend is kan de constructeur dimensies afleiden, wanneer een waarde voor (3/a is vastgesteld en de noodzakelijke materiaalcon stanten bekend zijn. Als de «„-formule niet bekend is moet de constructeur door benaderen en steeds corrigeren de dimensies vinden. In het hoofdstuk over nieuwe constructietheorieën worden de «,,,-formules voor meerdere compensatorsystemen afgeleid. Volgens enkele systemen zijn al compensatoren gebouwd, maar was blijk baar de constructieformule nog onbekend. Andere systemen zijn nog nooit toegepast. Om te bewijzen dat de theorie bruikbaar is, wordt volgens één van de aangegeven mogelijkheden een prototype van een nieuw automatisch waterpasinstrument gebouwd. Als compensator wordt een eenvoudig staand veersysteem met paral lelverschuiving gebruikt. De proef metingen bevestigen dat het systeem zich voor verdere ontwikkeling leent. Voor de gebruiker van automatische waterpasinstrumenten zijn de hoofdstukjes over de invloed van temperatuur en van zwaarte krachtsveranderingen van belang. De invloeden van deze factoren kunnen van instrument tot instrument verschillen. In de «„-formule komen bij sommige compensatorconstructies grootheden voor die temperatuurgevoelig zijn. Bij veercompen- satoren zijn dat lengte, traagheidsmoment en elasticiteitsmodulus. In het ideale geval is het geheel ongevoelig voor temperatuur veranderingen. Daar het juiste metaal nog niet bestaat geeft de auteur aan hoe de samenstelling van een legering met de gewenste eigenschappen ongeveer moet zijn. Het is raadzaam de instrumenten met veer- of torsiecompensatoren tijdens een meting niet te zeer aan zonnebestraling bloot te stellen. Bij aan draden opgehangen compensatoren is het in het algemeen niet noodzakelijk een zonne scherm te gebruiken. In de n,„-formule komt vaak het gewicht van de compensator voor. De zwaartekracht is echter een met de breedte op aarde variërende, hoogtegevoelige grootheid. Een kijkerhelling a zal een compensatorhelling (3 met zich meebrengen, die voor iedere plaats op aarde verschilt. Instrumenten die in de fabriek goed zijn geregeld, kunnen bij metingen ergens anders overgecompenseerd blijken te zijn. De auteur geeft enkele cijfervoorbeelden waaruit blijkt dat de afwijkingen bij instrumenten met een grote nm het grootst zullen zijn. (In tabelvorm worden waarden voor da als functie van a en dg gegeven; juist is dp te bepalen bij constante a.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 34