De invloed van de zwaartekracht wordt zo klein mogelijk gemaakt
door bij het meten zo nauwkeurig mogelijk te horizonteren, dus a
klein te houden.
Voor de gebruiker van een automatisch waterpasinstrument is de
demping van de compensatorbeweging heel belangrijk. Slechte
demping, dwz. een lange insteltijd van de compensator, kan de
tijdwinst ten opzichte van gebruik van een normaal waterpas
instrument verloren doen gaan. Daarentegen kan een te sterke
demping tot gevolg hebben dat de compensator een niet geheel
juiste stand aanneemt. Er moet dus een middenweg worden ge
vonden. Jammer genoeg wordt hierover gezwegen. De praktijk
wijst echter uit dat meerdere instrumenten zo zwak zijn gedempt,
dat ze in ons land met de zachte ondergrond maar nauwelijks
kunnen worden gebruikt.
Het zal de lezer duidelijk zijn dat de ontwikkeling van automa
tische waterpasinstrumenten nog niet ten einde is. De construc
teurs zullen wel zorgen voor nieuwe compensatoren. Dit legt de
plicht op de waarnemer de werking van de compensator in zijn
instrument te bestuderen om daardoor bij het meten betere resul
taten te kunnen bereiken. Ir. H. Rietveld
Walter Grossmann, Vermessungskunde II, Horizontalauf-
nahmen und ebene Rechnungen. Sammlung Göschen, Band
469, 136 blz., 101 figuren, 10,5 x 15,5 cm. 9e verbeterde druk 1963.
Prijs DM 3,60.
In de Sammlung Göschen verscheen onlangs een nieuwe druk van
het tweede deeltje (in totaal zijn er drie deeltjes) van Vermessungs
kunde. Het zal niet nodig zijn aan te tonen dat deze boekjes, aan
vankelijk geredigeerd door Prof. Werkmeister, in een behoefte
voorzien, als men weet dat de eerste druk dateert uit 1910. Het
onderhavige werkje behandelt de theodoliet, de hoekmeting, de
lengtemeting met de daarvoor ontwikkelde apparatuur waarbij
die voor de indirecte afstandmeting en die voor de elektromagne
tische lengtemeting ook worden besproken de veelhoeksmeting
en veelhoeksberekening, de trigonometrische puntsbepaling met
derzelver berekening.
Het is natuurlijk onmogelijk een zo grote veelheid van onder
werpen in zo'n kort bestek diepgaand te behandelen. De schrijver
moet daarom nog al eens de zorg hebben gehad zijn stof niet te
populariseren.
Informatief is blz. 134, waarop een verwijzing wordt gegeven
naar 17 leer- en handboeken der landmeetkunde, wat de leerboeken
betreft voor een goed deel van middelbaar niveau en voorts alle in de
Duitse taal, hetgeen kenmerkend is voor de groep van lezers die men
met het overigens keurig verzorgde vademecum denkt te bereiken.
Deel I werd besproken in dit Tijdschrift, Jg. 79, blz. 259.
H. L. van Gent
33