38 richten vereniging. De werkgroep is met dat gedeelte van haar taak gereed gekomen, zoals blijkt uit de publikatie in Orgaan nr. 52. Resteert nog de samenstelling van overgangsbepalingen en sectiereglementen. Alvorens dit te doen, is het naar de mening van de werkgroep gewenst eerst een princi piële beslissing te nemen ten aanzien van het beleid. Bovendien kan de inhoud van de te ontwerpen reglementen en bepalingen afhankelijk zijn van eventuele wijzigingen welke de Vergadering in de ontwerpstatuten en in het ontwerp-huishoudelijk reglement wenst te zien aangebracht. Vandaar dat het bestuur van mening is deze ontwerpen thans ter discussie te moeten stellen. In de tweede motie werd het bestuur uitgenodigd te bevorderen dat een gesprek zou worden geopend over de samenwerking met andere verenigingen of organisaties, waarbij uiteraard de positie van de N.L.F. ter sprake zou komen. Het aannemen van deze moties is, naar de mening van het bestuur, gestimuleerd door een brief van de Nederlandse Vereniging voor Fotogram- metrie, waarin op die koers werd aangedrongen, nadat het dagelijks bestuur van die vereniging, in een eerder gehouden gezamenlijke bespreking had te kennen gegeven, aan binding door middel van de N.L.F. geen, of nauwelijks, behoefte te gevoelen, welk standpunt blijkens de genoemde brief, die één dag voor de Algemene Vergadering werd ontvangen, bleek te zijn achterhaald. In de bedoelde brief wordt onder meer gezegd dat het nu reeds contact- zoeken met de Stichting Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde gewenst wordt geacht. De besturen van de samenwerkende verenigingen waren van oordeel dat alvorens contact kon worden opgenomen er onderlinge overeenstemming moest zijn over hetgeen zij het N.G.L. kunnen, en willen, aanbieden. Beide besturen hebben dan ook het bestuur van de Vereniging voor Fotogrammetrie om een gezamenlijke bespreking verzocht waarbij de zeven punten van de eerder genoemde brief van 25 oktober 1962 aan de orde zouden komen. Dit was naar het oordeel van het bestuur de enige mogelijkheid om uitvoering te geven aan de tweede motie. Tot onze zeer grote verbazing ontvingen wij op ons verzoek (van 10 mei 1963) een antwoord (van 18 juli 1963) waarin werd gesteld dat een gesprek prematuur werd geacht. Met als argumentatie, dat het nieuwe instituut er nog niet is, en dat het toch dit instituut is waarmee de Vereniging voor Fotogrammetrie zal moeten samenwerken. Verder werd medegedeeld dat de zeven punten uit de brief van 25 oktober 1962 waren bedoeld als, mogelijk nuttige, informatie voor onze ledenvergadering, en niet om te dienen als uitgangspunt van besprekingen. Deze besprekingen, aldus het bestuur van de Vereniging voor Fotogrammetrie, horen thuis in het Hoofdbestuur van de N.L.F., eventueel nadat de fusie een feit is geworden. Dat betekende dus, in één jaar een tweede salto-mortale in de inzichten en de visie van het bestuur van de Vereniging voor Fotogrammetrie. Het zal derhalve de leden duidelijk zijn dat het het bestuur daarmee onmogelijk is gemaakt uitvoering te geven aan de wens, tot uitdrukking gebracht in de tweede motie. Hedenmorgen werd, per koerier, een brief bezorgd waarin het bestuur van de Vereniging voor Fotogrammetrie meedeelt dat het standpunt neergelegd in de brief van 25 oktober 1962 niet is achterhaald door de brief van 18 juli en dat zij derhalve nog altijd prijs stelt op het voortbestaan der N.L.F., eventueel in een andere constellatie. Na de ontvangst van de brief van 18 juli heeft het bestuur verzocht om een Hoofdbestuursvergadering van de N.L.F., na het Hoofdbestuur van de N.L.F." schriftelijk te hebben ingelicht omtrent de resultaten van de activi teiten van de werkgroep Schuurman en over de contacten met de andere verenigingen. Besloten is dat beide besturen zullen voortgaan met aan de fusie te werken en dat, nadat een eventuele fusie zich zal hebben voltrokken, in tweede instantie de binding met de andere verenigingen aan de orde zal worden gesteld. De N.L.F. blijft intussen gewoon bestaan. De bedoelde bespreking zal omstreeks half december a.s. plaatsvinden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 40