5
van een groter complex, waarvan ook het Rijn-Ruhr complex en
de Belgisch-Noordfranse agglomeraties deel uitmaken. De drie
genoemde polen groeien krachtig uit en heel centraal en Zuid-
Nederland ligt in het spanningsveld daartussen.
Volgens spreker is het te verwachten dat er een sterke bevolkings
verdichting bezuiden de lijn Alkmaar-Twente zal plaats vinden en
een wat minder sterke stedelijke druk benoorden deze lijn. Spreker
acht dit een groot voordeel en hij acht het niet gewenst om ons land
ook benoorden de genoemde lijn zo dicht mogelijk te verstedelijken.
Spreker wijst op de noodzaak om de problemen van dit grote
conglomeraat, waarbij Nederland, West-Duitsland, België en
Noord Frankrijk zijn betrokken, thans reeds in internationaal
verband te bezien. Hij pleit voor een doelbewuste ruimtelijke
ordening op alle niveaus, internationaal, nationaal, regionaal en
lokaal en acht een creatief en constructief meedenken in de sfeer
van de uitvoerende diensten, van het bedrijfsleven en van de
samenleving in het algemeen noodzakelijk, want het gaat tenslotte
om de vormgeving van het Nederland van de toekomst, waarin ook
een volk van twintig miljoen zich gelukkig moet kunnen voelen.
In tijdnood gerakend bespreekt de inleider hierna nog kort de
problemen rond de recreatie, het stedelijk wonen in nieuwe vormen
en de rol van het verkeer en van het openbaar vervoer.
Spreker eindigt met de opmerking dat wij tussen nu en het jaar
2000 ons land en onze steden radicaal kunnen verknoeien, maar
dat het wellicht ook mogelijk is de wereld een weg te wijzen om
een „metropolitan area" met twintig miljoen mensen goed „leef
baar" te doen zijn.
Een streekplan voor de omgeving van Rotterdam
In zijn voordracht behandelt Ir. G. Tjalma het streekplan
Voorne-Putten-Rozenburg. Voordat hij hiertoe overgaat, bespreekt
hij eerst nader het begrip streekplan en de functie hiervan in onze
samenleving. Allereerst wordt bezien de wetgeving op het gebied
van de Ruimtelijke Ordening; deze is thans nog ondergebracht in
twee wetten, nl. de oude Woningwet van igoi, die wordt vervangen
door de in de Staten Generaal aangenomen „nieuwe Woningwet"
en de vigerende Wet op het Nationale plan en de Streekplannen van
ig^o, welke wet wordt vervangen door de nieuwe Wet op de Ruimte
lijke Ordening, die ook het Staatsblad heeft bereikt, doch die nog
niet in werking is getreden.
In de bestaande wetgeving is de situatie als volgt.
Op rijksniveau treffen we aan het nationale plan, vast te stellen
door de Kroon. Dit nationale plan is echter nooit vastgesteld en
alleen bij wijze van fictie in voorbereiding verklaard.
Op provinciaal niveau is er het streekplan, vast te stellen door
Samenvatting van de voordracht van Ir. G. Tjalma, hoofdingenieur bij de
Provinciale Planologische Dienst van Zuid-Holland.