58 nr. 9 werkclassificatie, beloningssystemen, beoordelings systemen (merit-rating) nr. io ontvangen van sollicitanten, promoveren en verplaat sen van personeelsleden; nr. ii interpretatie van rapporten in zake personeelselectie, bedrijfsdoorlichting, onderlinge verhoudingen in het bedrijf; nr. 12 bedrijfsopleidingen; nr. 13 arbeidsrechtelijke vraagstukken etc. Uit het oogpunt van systematiek in het uitgebreide gebied der menselijke verhoudingen in het bedrijf, behoren de onderwerpen ad 6 en ad 8 tot de organisatieleer in eigenlij ke zin, aldus Verburg (10) Probleemgebied ad 13 omvat onderwerpen uit het sociaal recht. De onderwerpen uit de overige probleemgebieden worden meestal tot de vakgebieden van bedrijfssociologie en psychologie gerekend. Deze laatste benamingen zijn echter niet als zodanig op de vragen lijst vermeld, doch achteraf aangebracht in het verslag, hetgeen een negatieve invloed kan hebben gehad op de respondenten (zie 2.5). Voorts zijn in de vragenlijst nog vragen gedaan omtrent de wenselijkheid van enkele humaniora (vreemde talen, geschiedenis en wijsbegeerte). Aangezien de landmeetkundige wereld een overwegend aantal beroepsbeoefenaars in overheidsdienst telt, is voorts het feit van belang, dat volgens de indeling naar bedrijfsgroepen bij dit onder zoek, het aantal onderzochte ingenieurs in overheidsdienst 1125 I7% van het universum) omvat. 2.2 Pro en contra niet-technisch onderwijs In dit hoofdstuk is een groot aantal opmerkingen opgenomen van voor- en tegenstanders onder de respondenten. Deze opmerkingen geven een levendig beeld van de belangstelling in deze vraagstukken van de ingenieurs. Zo onderstreepte een bepaalde respondent de wenselijkheid van niet-technische vakken met het argument dat de i van Ir. slechts op één poot staat (de technische), terwijl de m van Mr. zelfbewust op twee poten staat! De kreet persoonlijkheids- en karaktervorming voor de inge nieur" wordt in vele toonaarden geslaakt. Men dient hier m.i. wel te waken tegen verwarring met stereotype beelden als „flink heid, daadkracht" e.d. cliché's. Het aspect „zelfstandig en zindelijk denken, geen perfectionisme aankweken" is mij uit het hart gegrepen. Juist bij het nauwkeurig landmeetkundig werk is het gevaar groot dat door onvoldoende inzicht en begrip bureaucratisch perfectionisme gaat optreden. Dit was vóór de tweede wereldoorlog met name bij het toenmalige Indische kadaster geen uitzondering. Ik verwijs hierbij naar Prof. Baarda (ii) en, in diens voetspoor, naar Prof. mr. De Haan (12), die betoogt dat het gevaar van een juridisch perfectionisme, dat de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 12