6g ontwikkelingen juist op het gebied van de menselijke verhoudingen ingrijpende gevolgen zullen hebben. Bij de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij hebben organisatie-onderzoeken op wetenschappelijke basis plaats ge vonden (zgn. bedrijfsdoorlichting)waarbij uiteraard ook de land meetkundige dienst betrokken was. Voorts zijn de geodetisch ingenieurs bij de landmeetkundige diensten van vele gemeenten door stafbesprekingen bij de over koepelende hoofddirecties tegenwoordig ook bij niet-technische vraagstukken betrokken, zoals genoemd in 2.1. Hetzelfde geldt voor geodetisch ingenieurs bij aannemingsmaatschappijen, zoals bijv. de Cobijt (bouw IJtunnel te Amsterdam) en bij particuliere landmeetkundige bureaus, zoals het Coöperatieve ingenieurs bureau Van Steenis. Op zeer grote schaal ziet men bij de landmeetkundige dienst van het kadaster de laatste jaren organisatorische veranderingen. Hierbij zijn sommige geodetisch ingenieurs uitsluitend of hoofd zakelijk als organisatieingenieur te werk gesteld. Hoofden van de landmeetkundige bureaus van deze dienst hebben korte kader cursussen gevolgd ter bijscholing op dit gebied. Het valt te betreuren dat van deze activiteiten generlei weerklank te vinden is in de vorm van verslagen of artikelen in de landmeet kundige tijdschriften. Het feit dat bevordering van menselijke verhou dingen in de landmeetkundige diensten nog geheel in het stadium van het experiment verkeert vormt hier waarschijnlijk de verklaring van. In het algemeen moet geconstateerd worden dat aan voor de hand liggende activiteiten, zoals introductie in het bedrijf, in de landmeetkundige wereld nog weinig gedaan wordt in vergelijking met de grote technische concerns. Zo treft men bij de Nederlandse Aardoliemaatschappij voor alle praktikanten en nieuwe personeels leden een introductieweek aan, in het kader van de zgn. personnel management, die bijzonder ruim is opgezet. Meestal beperkt de introductie van praktikanten en nieuwe personeelsleden bij de landmeetkundige bureaus zich tot een korte kennismaking. Dat hierdoor waardevolle mogelijkheden verloren gaan, kan men uit elk boek over bedrijfspsychologie leren. Overigens zijn er tal van geodetisch ingenieurs die zich in sterke mate voor het opleidingswerk van praktikanten inzetten en op dit gebied belangrijke resultaten bereiken. Deze opleidingsactiviteiten worden echter door de directies van landmeetkundige diensten nog maar zelden als een duidelijke taak gehonoreerd in het geheel der dagelijkse werkzaamheden van de geodetisch ingenieur. Bovendien ontbreekt bij de meeste geodetisch ingenieurs een algemene basis kennis op bedrijfspsychologisch en sociologisch gebied. Ik beschouw dit als een ernstige lacune in de huidige vorming en opleiding van de geodetisch ingenieurs te Delft. Deze lacune in het onderwijs treft men overigens ook aan bij de civiel-technische en de bouwkundige studierichtingen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 23