71
Indien mogelijk worden toepassingen voor deze leerstof ontleend
aan landmeetkundige werksituaties. Voorts worden elke 14 dagen
door de leerlingen in kleine groepen zelf inleidingen op deze gebieden
gehouden, met na afloop discussie. In deze discussiegroepen treedt
de leraar als discussieleider op, terwijl hij tevoren aan de inleider
de nodige steun heeft gegeven bij de voorbereiding van zijn voor
dracht. Deze vorm van onderwijs activeert de leerlingen in sterke
mate.
De brochure „Discussie in school en bedrijf" (30) noemt o.a. als
voordelen van deze methode:
waarneming van de discussiegroep door de leraar;
verhoogde intensiteit bij de leerlingen
bevordering van de sociale vorming door het geleide gesprek.
De leerlingen van de afdeling landmeetkunde hebben in het
algemeen gedurende hun praktijkstage reeds een cursus aan een
volkshogeschool gevolgd, waardoor zij voor deze vorm van „over
leg" (31) in de praktijk reeds gewonnen zijn.
Het programma van de afdeling landmeetkunde schrijft verder
voor dat in het eerste studiejaar de schoolsituatie het aanknopings
punt moet Vormen voor een inleiding van één lesuur per week in de
sociale uitingsvormen van de mens, de waarde van de arbeid en
soortgelijke vraagstukken. In het tweede studiejaar dient een doel
bewuste voorbereiding op de werkverhoudingen in het praktijkjaar
plaats te vinden.
Tenslotte dienen in het vierde studiejaar ook maatschappelijke
vraagstukken aan de orde te worden gesteld, ter noodzakelijke
verwijding van de horizon van deze technische leerlingen, zegt het
verslag (4) op blz. 29.
Aangezien afgestudeerde landmeetkundige H.T.S.-ers soms hun
werkzaamheden verrichten in overwegend Mohammedaanse landen,
wordt één der groepsinleidingen steeds gericht op de islam en
aangevuld met een excursie naar het Museum voor de tropen te
Amsterdam.
Ook gaat de voorkeur van sommige inleiders uit naar eenvoudige
inleidingen over filosofische stelsels of denkers. Daarnaast wordt
nog één lesuur in de tweede klasse besteed aan sociale wetgeving en
arbeidsrecht. Aangezien deze middelbare landmeetkundigen vaak
in een overheidsfunctie (kadaster, waterstaat, gemeente of provin
cie) worden geplaatst, dient dit vak ook het ambtenarenrecht en de
voornaamste personeelsvoorschriften van het Rijk te omvatten.
Ook bij de excursies wordt aandacht geschonken aan een con
frontatie met vraagstukken van menselijke verhoudingen bij de
betrokken excursieobjecten. Deskundigen van de bedrijfspsycho-
logische diensten van de P.T.T. en de Hoogovens hebben bijv.
in de afgelopen jaren uiteenzettingen gegeven over enkele vraag
stukken van personeelsbeleid voor deze leerlingen.
De plaats en omvang van de maatschappijvakken in het land-