72 meetkundige H.T.S.-onderwijs is naar mijn oordeel niet onbevredi gend te noemen. De belangstelling van de leerlingen in deze materie is uitermate groot en spontaan. Er worden op gelijke voet als voor de andere vakken cijfers voor de vorderingen gegeven. 5.2 Aansluitingsfout Wanneer men in de landmeetkunde een veelhoek meet van het vaste punt A naar het vaste punt B mag de aansluitingsfout, binnen zekere grenzen, vereffend en ingedeeld worden. De veelhoek die echter slechts aan één vast punt is aangesloten, hangt in de lucht, het is een zgn. „losse trek", die niet vereffend kan worden en dus geen verantwoorde meting geeft. Analoog met dit beeld uit de toegepaste techniek, komt de vorming en opleiding in de maatschappijwetenschappen van de landmeetkundige H.T.S.-er enigszins in de lucht te hangen, zodra hij in organisatorisch landmeetkundig verband wordt geplaatst. Het houden van een cursus van één dag over de verhoudingen in het bedrijf voor de geodetische studenten, zoals Prof. ir. G. F. Witt op de forumbijeenkomst (7) in 1962 geruststellend aankondigde, vormt in het licht van het rapport Neher een typische under statement van deze problematiek. De behandeling van dergelijke maatschappijwetenschappen voor ingenieurs en andere belangstellenden stuit in aanvang onvermijde lijk op psychische weerstanden die door hun emotionele wortels van hardnekkige aard kunnen zijn. Ter overwinning hiervan kent de moderne bedrijfspsychologie echter in de praktijk getoetste metho den, zoals bijv. de groepsdynamiek (Meppelink (9) blz. 75) en het rollenspel (Meppelink (9) blz. 152). Hiermede zijn gunstige resultaten bereikt, doordat de deelnemers emotioneel bij de problematiek betrokken raken en hun agressies tegen het theoretiseren over menselijke verhoudingen langs natuur lijke weg kunnen afreageren waardoor zij de vraagstukken zakelijk gaan zien. Het moraliseren dat sommige hervormers op geesteswetenschap- pelijk gebied in het bloed zit, heeft meer kwaad dan goed gedaan. De integyatie enerzijds van de technische en anderzijds van de menskundige visie is een rijpingsproces bij elk individu. Dat hierbij voor de landmeetkundige wereld het aspect van geleidelijkheid niet uit het oog mag worden verloren, zoals Prof. dr. ir. W. Scher- merhorn op genoemde bijeenkomst (7) betoogde, betekent echter niet dat men zich bij de huidige achterstand mag neerleggen. Het beeld dat de commissie Neher schetste van een ingenieur moge een ideaal beeld zijn, het streven dient er toch op gericht te zijn dat ook een geodetisch ingenieur zich hiernaar conformeert. 6 Slotbeschouwingen Nog tot in de 19e eeuw zag men het ideaal van wetenschappelijke objectiviteit onmiddellijk bedreigd, wanneer kwesties van waarde-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 26