73
ring aan de orde kwamen. Dientengevolge bestaat tot op de huidige
dag bij de beoefenaren der technische wetenschappen een zekere
schroom voor de maatschappijwetenschappen, aldus Prof. Kohn-
stamm in zijn heldere uiteenzetting over de psychologie in ency
clopedisch verband (32).
Ook kan men vaak de angst signaleren dat, door uitbreiding van
de leerstof met inleidingen in de maatschappijvakken, de technische
vakken te veel in het gedrang zullen komen. Met het minimum van
5 a 6% van de totale studieaandacht, die de commissie Neher
voorstelt, behoeft hiervoor echter geen vrees te bestaan, mits men
ook bij de technische vakken het efficiënt doceren en studeren
bevordert.
Mijn ervaring als leraar in de maatschappijvakken voor land
meetkundigen op middelbaar niveau, is dat het nuttig effect van
het onderwijs in deze vakken (voorzover dit te schatten is) direct
afhankelijk is van de navolgende factoren:
a. De bij dit onderwijs toegepaste didactische methoden. Het
gebruik van de discussiemethode, het flanelbord, het geven van
opdrachten aan de leerlingen etc. bevorderen de zelfwerkzaam
heid in groepsverband, die juist op dit gebied zo stimulerend
kan werken.
Het geven van lessen „ex cathedra" door de docent ter
inleiding in de algemene vraagstukken blijft echter onmisbaar
voor het kweken van inzicht.
b. De mate van organisatorische en bedrijfspsychologische ervaring
die de docent zelf op het betrokken technische gebied heeft
verworven. De leerling vraagt in de onderwijssituatie bij voor
keur een confrontatie met de reële problematiek van de speciale
arbeidssfeer uit zijn vak. Bij het H.T.S.-onderwijs heeft hij deze
in het derde leerjaar gedurende zijn praktijkstage reeds ervaren,
terwijl hij zich in de vierde klasse bewust wordt dat hij deze
problematiek in versterkte mate in zijn toekomstige loopbaan
zal ontmoeten.
c. Bij de behandeling van psychologische vraagstukken moet het
euvel vanpsychologiserenvermeden worden. Prof. Daniëls (33)
formuleerde dit in een discussie aldus: „Men moet er zich bij
het onderwijs op H.T.S.-en, technische en economische hoge
scholen voor hoeden met lege woorden te schermen en op ver
schillende gevallen psycho-pathologische etiketten te plakken".
Van de geodetisch ingenieur, wiens opleiding en werkkring zo
zeer gericht is op exacte maatstaven en op onkreukbare resultaten
in meet-, reken- en tekenwerk, mag verwacht worden dat hij in
staat en bereid is de wetenschappelijke grondslagen van de maat
schappijwetenschappen op even verantwoordelijke wijze te bestu
deren en in de praktijk te brengen. De maatschappelijke ontwikke
ling en met name ook de automatisering, zowel op technisch als
op administratief gebied in zijn vak, zullen hem daartoe nopen.