Ir. T. A. Nieman,
Landmeetkundige dienst Grontmij., Utrecht:
Verkenning van snelliuspunten
De moderne methoden van berekening maken, dat een opnieuw
bezien van de verkenning in zijn verschillende aspecten nuttig is.
Daar vooral bij de verkenning van de snelliuspunten een groot
aantal nogal omvangrijke berekeningen gemaakt moet worden, die
betrekkelijk eenvoudig op de elektronische rekenmachine zijn uit
te voeren, zullen wij ons alleen tot deze eerste fase beperken.
De achtergrond van iedere verkenning wordt gevormd door een
tegen elkaar afwegen van de drie hoofdfactoren: nauwkeurigheid,
tijdslimiet en kosten. Onder nauwkeurigheid wordt in dit verband
verstaan de relatieve nauwkeurigheid tussen twee punten van een
grondslag. Men zal in het algemeen trachten deze nauwkeurigheid
optimaal te maken, binnen het raam van tijdslimiet en kosten.
De factor tijdslimiet gaat de laatste jaren een steeds grotere rol
spelen en ik denk daarbij aan bijvoorbeeld metingen ten behoeve
van een ruilverkaveling, als binnen het werkschema slechts een
bepaalde tijd beschikbaar is. De factor kosten zal men in het
algemeen zo laag mogelijk trachten te houden, zonder de vereiste
nauwkeurigheid aan te tasten.
Beschouwen wij de tot nu toe gebruikelijke methoden van werken,
dan kunnen wij een zestal verschillende stappen onderscheiden:
1. het verzamelen van gegevens;
2. de kaartstudie
3. de terreinverkenning;
4. de berekening van de verkenning en de beoordeling ervan;
5. de meting en de beoordeling van de meetresultaten;
6. de vereffening en de beoordeling van het eindresultaat.
Bij de verkenning werden tot nu toe deze stappen niet steeds zo
duidelijk onderscheiden, omdat het gebruikelijk was, bij een niet
voldoend geoordeeld tussenresultaat, een of meer stappen terug te
doen. Op deze wijze trachtte men door middel van een reïteratie-
proces tot een zo gunstig mogelijke verhouding tussen de hoofd
factoren te komen. Bij een grotere meetkundige grondslag, met
bijvoorbeeld een tiental snelliuspunten, was het van groot belang,
dat degene die de leiding van deze verkenning had, een goed gevoel
bezat voor het effect van bepaalde wijzigingen in de te meten
richtingen op de standaardellips van het punt. Alleen de berekening
van de standaardellips kan het juiste effect aantonen. Deze bereke
ning is door gebruik te maken van grafische methoden en een
rekenlineaal, op betrekkelijk eenvoudige wijze uit te voeren. Men
ontleent de afstanden van het snelliuspunt tot de respektievelijke
richtpunten aan de kaart en bepaalt daarna de gemiddelde afstand.
Met behulp van het nomogram ,,D-waarden" vinden wij nu de