lengte van de referentiekavel lR i It h ]/pR 2 }/R ]/pT \/p S ]/T |/S In de vorige paragraaf was voor de dwarswegbezetting afgeleid de formule: z q d k, zodat q X X 5 X 2 0.75 G /T+fs~ waaruit volgt ]/T I/s - -°'75g* |/r_ I |/r 1/5 j/r 0,75 G z. k 2 ('A |/A 4q R P En aangezien 4 p q R Ov (Ov gemiddelde oppervlakte van het vak met boerenkavels), wordt °-75 G p k \/R P0V Het dwarswegbenuttingspercentage was n I\ °.75 G p k fR P Ov zodat wij mogen stellen D «i 2 «2 z2, in welke formule «1 i 1en «2 °'75 G p R P0V Uit de formule voor k .1 volgt dat (bij constante |/s j/r v J verhouding van R en T )k maximaal wordt indien 5 0. Voorts wordt D maximaal als z 1. 0.75 G z Vr VS~2qPZR Bij S o en z 1 wordt deze gelijkheid 1/T °'75g_ of ^'r. -°-75g °-75gi «a, 2qp Zr 2 Zr 4qpr pov zodat voor de optimale toestand geldt 82 A> z (1z (1 A= -R-RA «1 2«2 1.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 36