VERSCHILLENDE ONDERWERPEN Ir. G. BAKKER, Een onderzoek naar de randverdeling van een Jena Theo 01 0 De onderzochte theodoliet Jena Theo oio, fabricagenummer 104391 is eigendom van de Dienst Publieke Werken van de Ge meente Tilburg en is op verzoek van Ir. A. Scheffer, hoofd van deze dienst, door het Laboratorium voor Geodesie op de kwaliteit van de randverdeling beproefd. De resultaten van dit onderzoek worden nu gepubliceerd, omdat het achteraf wenselijk is gebleken het destijds in dit Tijdschrift verschenen artikel over de methoden van randonderzoek (K. en L. 1962 nr. 4) van een uitgewerkt voor beeld te voorzien. Het randonderzoek werd uitgevoerd met een proefhoek, die werd gerealiseerd door twee richtmerken op ongeveer 5 m afstand van de theodoliet. Het bleek niet mogelijk te zijn de collimatoren- opstelling te gebruiken, omdat de lichtbundels van de collimatoren werden afgeschermd door de spiegeloptiek van de theodoliet. De richtmerken bestonden uit een enkele verticale lijn, zodat bij het richten symmetrie-instelling mogelijk was. De lijnen zijn met Oostindische inkt getekend op stukjes correctostaatpapier welke aan een muur van het Laboratorium werden vastgeplakt met sellotape. De grootte van de proefhoek was ongeveer 45,02 gr. Het onderzoek werd uitgevoerd in n 40 randstanden welke in vier series werden onderverdeeld. Elke serie werd in heen- en teruggang gemeten teneinde de stabiliteit van de proefhoek tijdens de serie te kunnen controleren. De temperatuur in het laboratorium was constant tijdens elke serie. De waarneming van een richtmerk bestond uit een enkele instelling van de kijker en een enkele coïn cidentie-instelling van de randverdeling. De waarnemingen p in de kolommen 6 en 12 van blad 1 (zie fig. 1) zijn de gemiddelden van vier enkele hoekwaarnemingen nl. twee in heen- en twee in teruggang. De grootheid d in dezelfde kolommen is het verschil tussen de gemiddelde hoekwaarnemingen van heen- en teruggang. Het gebruikte formulesysteem wordt nog eens met een summiere toelichting weergegeven. De waarnemingen pi zijn, met gewichten gelijk aan de gewichts eenheid, vereffend op het volgende model: pi si A0 D(cp), waarin D(cp) 2,Ar cos rep Br sin rep, met r 2, 4 en 6. Wetenschappelijk ambtenaar ie klasse aan de Technische Hogeschool te Delft:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 3