92
3e divisieplanetary science
4e divisiesolar and terrestrial relationships and cosmic rays
5e divisie: atmosferic sciences and hydrology.
Reeds in zijn „presidential address" maakte de president van de
A.I.G., Ch. A. Whitten, tegen deze nieuwe indeling bezwaar. Hij
wees er op dat de tegenwoordige opbouw van de U.G.G.I. er een is
naar takken van wetenschap en niet naar een ruimtelijke begrenzing.
Dat verschillende associaties met hun onderzoek éénzelfde deel van
de aarde bestrijken, is allerminst een reden om de bestaande in
deling van wetenschapsgebieden in de opbouw van de U.G.G.I. te
doen verdwijnen. Het is niet meer dan logisch dat door de uit
breiding van de wetenschap de vertegenwoordigers van de ver
schillende wetenschapsgebieden éénzelfde deel van de aarde be
studeren. Geodeten zijn geïnteresseerd in de gehele aarde. Een
commissie van 14 leden, waarvan 7 uit het Conseil van de U.G.G.I.
en 7 aangewezen door de associaties, zal deze zaak bestuderen en
op de komende algemene vergadering in 1966 met voorstellen
komen. Van de kant van de A.I.G. is Mr. Ch. A. Whitten als lid
van deze commissie aangewezen. Bovendien werd er op gewezen
dat de internationale geodetische associatie de oudste van alle
associaties is, dat ze juist haar honderdste verjaardag heeft gevierd
en dat een verandering van naam nu wel „unfair" zou zijn. Tevens
werd opgemerkt dat naamgeving van divisie 1„The figure of the
earth and its changes" niet correct is, daar het doel van de
moderne geodesie zich thans niet alleen meer uitstrekt tot het
fysische aardoppervlak, maar evenzeer tot het buitengelegen gravi-
tatieveld.
4. Betrekkingen met andere wetenschappelijke orga
nisaties.
Binnen de Union is op instigatie van Prof. Beloussov het zgn.
„Projet du Manteau superieur" als een zelfstandig terrein van
onderzoek voorgesteld. Op het congres liep dit project als een
symposium dwars door de associaties heen en in het bijzonder
sectie II van de A.I.G. werd in vier zittingen bij dit symposium
betrokken. Er werd vanwege de A.I.G. een Comité benoemd dat
haar zal vertegenwoordigen in dit project.
Een tweede relatie van de A.I.G., evenwel buiten de Union, nl.
met de Union Astronomique Internationale, werd gelegd in ver
band met de herziening van het systeem van fundamentele astro
nomische en geodetische constanten. Het is gewenst dat de A.I.G.
aan de U.A.I. de meest plausibele waarde verschaft van een aantal
grootheden dat op haar (A.I.G.) terrein van onderzoek ligt, nl. de
afmetingen en afplatting van de aardellipsoïde, de formule voor de
normaal-zwaartekracht op deze ellipsoïde en de constanten van de
gravitatiepotentiaal, ontwikkeld in bolfuncties.