g6 Een ieder die te maken heeft met elektronische afstandmeting kan dit rapport ten zeerste worden aanbevolen. Enkele andere publikaties in deze sectie mogen nog worden ge noemd, o.a. die van Sodano over het oplossen van het eerste en tweede hoofdvraagstuk van de geodesie, welke beide vraagstukken hij thans herleid heeft tot twee machtreeksen in één variabele met enkele sferische formules voor korte afstanden, zodat in dit laatste geval geen overtollige decimalen behoeven te worden meegenomen. Izotov bestrijdt de bewering dat de laplace-voorwaarde in een triangulatie op hogere breedte minder nauwkeurig zou zijn. In het bijzonder het probleem van de driedimensionale geodesie komt in deze sectie ter sprake. Bjerhammar schrijft over een „General world geodetic system without reference surface" als volgt: „Tot nu toe zijn problemen van de vormbepaling van de aarde steeds opgelost met behulp van referentiefiguren (sferoïden), waarvan het zwaartekrachtsveld en zijn afgeleiden bekend werden verondersteld. De oplossingen zijn echter sterk afhankelijk van de referentiefiguren die worden ge bruikt. Wat de geometrische kant betreft is thans de zgn. drie dimensionale geodesie in ontwikkeling, maar naar de geofysische kant is deze methode beperkt, omdat alle geofysische waarnemingen worden herleid met behulp van een referentiefiguur". Hij stelt voor om in plaats van zwaartekrachtsanomalieën de direct waarge nomen zwaartekracht te gebruiken en dat verder alle geometrische waarnemingen zullen worden gebruikt zonder enige herleiding tot een referentiefiguur om daarbij tenslotte nog de potentiaalver schillen tussen de punten onderling (gemeten met behulp van waterpassing en zwaartekrachtsmeting) te voegen, en op die manier een vereffeningsvraagstuk op te bouwen. In deze sectie kwam verder de vereffening van het Europese driehoeksnet (Kneissl) en het driehoeksnet van Z. O. Azië (Bomford) ter sprake. De berekening van het laatstgenoemde net is thans voltooid en de desbetreffende studiegroep, waarvan Bomford voorzitter was, is opgeheven. Van de kant van Zweden (Prof. Asplund) werd het aanbod gedaan om hun geodimeter ter beschikking te stellen, indien in enig land afstandmetingen van hoge nauwkeurigheid moeten worden uitgevoerd. Tenslotte werd door Prof. Kukkamaki melding gemaakt van een nieuwe met behulp van lichtinterferentie gemeten ijkbasis in Portugal in 1962. De lengte bedraagt 480 meter en de nauwkeurigheid is 1 op io'. Sectie 2. Nivellement et mouvements du sol. Ook deze sectie heeft een naamwijziging ondergaan door de toevoeging „mouvements du sol". In aansluiting aan het „First international symposium on recent crustal movements" in 1962 te Leipzig, werd het toen ontworpen onderzoekprogramma thans door de A.I.G. aanvaard, o.a. omtrent

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 50