178 Men ziet dus dat ook uit esthetische overwegingen de nomografie voldoening kan schenken. De door Lo-Ho gegeven uitbreiding aan de nomografie is ten onrechte zeer weinig bekend. Ze heeft betrekking op die relaties tussen drie veranderlijken die, om in de Franse gedachtengang te spreken, niet aan anamorfose kunnen worden onderworpen, op die betrekkingen dus, waarvoor men geen lijnennomogram met uit sluitend rechte beeldlijnen en dus geen puntennomogram kan con strueren. Het is nu Lo-Ho gelukt van zulke formules toch punten- nomogrammen te maken, zij het uiteraard geen exacte. Indien evenwel de onnauwkeurigheden die door toepassing van de be naderingsmethode in het nomogram optreden kleiner zijn dan de afleesnauwkeurigheid, heeft zo'n nomogram in de praktijk dezelfde waarde als het volkomen exacte. Het nomogram uit fig. 15, dat ik voor de „Handleiding voor de technische werkzaamheden van het Kadaster" heb gemaakt, is met behulp van de theorie van Lo-Ho samengesteld. NOMOGRAM voor F -2»in p cos'ti -cospsin2e?cos (i.A. T. - 12h l-1s\n'<p*\n'S - 2cosycos'cl cos'(L.AX- 12h) - sin 2 £>sin 2cScos (L.A.T. - 12h 46,296 ,J> (p - 52'09'22" Voorbeeld: Op 1 augustus om 11.30 uur M.E.T. vindt men F2 f 4900 N.D.H.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 18