207 Na vertoning van de ruilverkavelingsfilm „Gesunde Struktur im Dorf und Flur" houdt Ir. C. Bijkerk een voordracht over enkele actuele ruilverkavelingsproblemen. Deze voordracht is in dit num mer afgedrukt. De twee andere gehouden voordrachten verschenen reeds in de vorige aflevering. Naar aanleiding van de inleiding van Ir. Bijkerk stellen de heren Ir. A. Covers, W. J. Hemmes en Ir. P. Hey enkele vragen o.a. over de berekening van het investeringsrendement, de beplan- tingsstrook langs de wegen en de voorbereiding van de ruilver kaveling. Ir. Jonkers stelt dat een deel van de ruilverkavelingskredieten gebruikt wordt voor de financiering van objecten, naast de ver lening van subsidies. Hij meent dat de kans op verhoging van het totale krediet gering is. Het zou wellicht de moeite lonen om na te gaan of de bestaande kredieten meer effectief kunnen worden ge bruikt. Zijns inziens zou dit kunnen, ook indien de financieringshulp tot een minimum wordt teruggebracht. Omdat dan echter op de vrije markt moet worden geleend (rente boven 5%), zou een aanvullende rentesubsidie in overweging genomen kunnen worden. Als voorbeeld noemt hij bijv. de bouw van een boerderij, thans bijv. 40% subsidie, 60% financiering. Dit zou kunnen worden 50% subsidie (de normale subsidie J-rentesubsidie) en geen financiering, hetgeen een ver dubbeling van de mogelijkheden zou betekenen. Na een korte discussie, waaraan ook Prof. dr. ir. C. van den Berg deelneemt, blijkt dat de suggestie van Ir. Jonkers het overdenken ten volle waard is. Na de gemeenschappelijke koffietafel luisteren de aanwezigen naar de voordrachten van Prof. mr. P. de Haan en Ir. G. Homan. Deze voordrachten leiden tot een uitgebreide gedachtenwisseling. Als eerste debater krijgt Prof. mr. J. M. Polak het woord. Deze bedankt allereerst voor de ontvangen uitnodiging. Hij acht de sug gestie van Prof. de Haan tot het instellen van een kleine studie commissie zeer waardevol en hij zal gaarne als secretaris van de Vereniging voor Agrarisch Recht medewerken aan het samenstellen van een kleine studiegroep. Ook gaat hij in op de opmerkingen van Ir. Homan betreffende uitspraken in het voordeel van de reclamant bij de Raad van Beroep. In dit verband wijst hij er op dat hij destijds zijn voorganger en naamgenoot Prof. mr. C. H. F. Polak als voor zitter in de Raad van Beroep is opgevolgd. Het is hem opgevallen dat de reclamanten en hun adviseurs bij gebrek aan deskundigheid te weinig de bezwaren die Prof. de Haan heeft genoemd naar voren weten te brengen. Hij acht daarom meer openheid in ruilverkave lingszaken gewenstde kwesties als aangeduid door Prof. de Haan moeten naar zijn mening tot procedures leiden. Dan pas zal de wetgever in beweging komen. Ook is hij voorstander van meer voorlichting op dit terrein. Prof. Witt deelt mee dat hij zeer dankbaar is voor de suggestie van Prof. de Haan en de bijval van Prof. Polak. Een voorstel om

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 47