166
b 5 (fig. i) of van c uit ab c met a 8 en b 5 (fig. 2) levert
langs numerieke weg geen moeilijkheden, maar de bepaling van a uit
7 {rf 10 tg p f (c2 c+ l)
met c 1,5, d 12 en p 40°, zoals in fig. 3 is voorgesteld, is
langs numerieke weg veel lastiger dan langs nomografische. Welis
waar is de nauwkeurigheid van de nomografische berekening be
perkt, maar veelal is in de techniek deze beperkte nauwkeurigheid
aanvaardbaar in verband met de onzekerheid van de waarden van
de onafhankelijk veranderlijken die in de formule optreden. Over
de nauwkeurigheid van de aflezingen op nomogrammen hoop ik
U overigens straks nog iets te zeggen.
In verreweg de meeste gevallen zijn, zoals uit de fig. 1 t/m 3
reeds blijkt, de nomogrammen tweedimensionale, vlakke, figuren.
In zeer bijzondere gevallen kunnen het ook ruimtelijke, drie
dimensionale, figuren zijn.
Wanneer men de definitie van nomogram wat ruimer wil nemen
dan door het woord strikt genomen wordt aangegeven, dan kan
men en dit wordt in de litteratuur dan ook meestal gedaan
als een van de eerste vlakke nomogrammen de wereldkaart beschou
wen, waarop de Engelse astronoom Halley (1656-1742) in 1700
lijnen van gelijke declinatie van de magneetnaald aanbracht.
Eveneens kan dan als nomogram worden aangemerkt een door
de landmeter Pierre Ancelin of Asselin 1650-1720) ver-
NOMOGRAM voor a b c
NOMOGRAM voor a X b C
Voorbeeld.-
Voor O 8 en 6 =5 is c 13
Fig. 1
-- 30
20
Voorbeeld
Voor a 8 en b 5 is c 40
Fig. 2