Bij het doen van deze aflezingen dient men ook weer zorgvuldig tewerk te gaan door uit de „hoogtelijnenkaart" plaatselijke pro fielen te construeren. Omdat slechts plaatselijke profielen nodig zijn is het niet nodig het gehele benaderde patroon van iso-correctie-lijnen te tekenen. io. De remedie is een soort iteratieproces, waarvan overigens in de regel slechts één iteratiestap nodig is. Men beschouwe van het voorlopige patroon der iso-correctie- lijnen (fig. 5) het plaatselijke „profiel" in het „verticale vlak door een aansluitingspunt en het middelpunt van de betrokken sectie. Het gezochte definitieve profiel zal van dit voorlopige profiel slechts weinig in vorm, doch voornamelijk in hoogte verschillen. Bij benadering wordt nu aangenomen, dat alleen dit laatste het geval is, dat dus het gezochte definitieve profiel uitsluitend in hoogte ver schilt van het voorlopige; fig. 6. De correctie, die aangebracht zou moeten worden in het aanslui tingspunt, doch die men heeft toegekend aan het sectiemiddelpunt, is ci. De correctie die men afleest in het aansluitingspunt is c2. Dit fig. 6 volgt, dat het gezochte definitieve profiel kan worden ver kregen door de eis te stellen dat in het sectiemiddelpunt een cor rectie C3 zal worden afgelezen Zo zal men in het hier behandelde voorbeeld moeten eisen dat in het gezochte definitieve patroon van iso-correctie-lijnen de volgende correcties worden afgelezen in de middelpunten van de secties, waarin aansluitingspunten voorkomen: 222 -*A- sectie aan- middel- sluitings- punt punt Fig. 6 c3 Cl (c2 Cl) 2Cl c2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 12