223
2 X (+25) (+28,3) +21,7
2 X 2) 0,6) 3,4
en zo vervolgens: 22,0, 7,3, 7,2, 11,0, 11,0.
Hieruit leidt men volgens (2, 2e lid) nieuwe waarden af voor de
sluittermen w20 t/m ze>2 5
W20 3-4 21,7 18,3 cm
®2i 22,0 3,4 25,4 cm
en zo voort:
w22 14,7, W23 M>5> w24 18,2, 5^25 22,0 CIT1.
De overige sluittermen, w± t/m w19, blijven uiteraard gelijk aan
nul.
li. De vector van nieuwe sluitfouten w\ t/m w25 wordt nu ver
menigvuldigd met de zelfde inverse matrix B1. Dit levert nieuwe
waarden voor de correlaten.
Hierop volgt een procedure geheel gelijk aan die beschreven in
de paragrafen 7 en 8. Het resultaat is een verbeterd patroon van
iso-correctie-lijnen: fig. 7.
-20,0
-10.2
o"6.(
-7.3
+7.i
-2.2
-0.3/
+25.0 t>2l7
+12.0
+2.<
^2X
+17.2
+12.(
8,
5.6
+11.0,
Fig.
7
Definitief patroon van iso-correctie-lijnen