239 Het is mijns inziens te eenvoudig geredeneerd als men stelt dat door het overschrijven van een akte, die is opgemaakt voor een gedeelte van het ruilverkavelingsgebied, de uit dat gedeelte verdreven boeren dan maar tijdelijk hun eigendommen moeten verliezen en tijdelijk moeten worden gecompenseerd met S.B.L.-grond. Het realiseren van deze gedachte zal leiden tot gekronkel in allerlei juridische bochten, waarvan het eindprodukt moeilijk is in te passen in het bestaande Nederlandse rechtsbestel, terwijl de beoogde grotere rechtsbescherming van de belanghebbenden nog meer op het hellende vlak dreigt te geraken. Want waar komt deze methode op neer? De boeren die worden verdreven uit een vak waarvoor de akte van toedeling wordt over geschreven zouden tijdelijk, indien er voldoende S.B.L.-grond aan wezig is (en dat is lang niet altijd het geval), elders in het blok grond in eigendom kunnen verkrijgen en wel op een moment dat men hen meestal niets kan garanderen ten aanzien van hun definitieve toe wijzing. In tegenstelling tot diegenen die vroegtijdig hun definitieve toewijzing krijgen, is het moeilijk om voor deze boeren van een be hoorlijke rechtsbescherming te spreken. In feite is hier sprake van een vorm van onteigening zonder voldoende waarborgen van de rechtszekerheid. Afgezien van deze juridische bezwaren is ook om praktische redenen deze methode niet aanbevelingswaardig, omdat het overleg met de belanghebbenden en de uitwerking van de tijdelijke eigendoms- en gebruiksregelingen aanzienlijk meer tijd zullen gaan kosten en de duur van de procedure ongunstig zullen beïnvloeden. Uit het voorgaande moge blijken dat ik geen voorstander ben van de door Prof. De Haan genoemde oplossingen. Als de wette lijke bepalingen op zichzelf te weinig rechtsbescherming zouden bieden aan de belanghebbenden, zou mijn voorkeur wellicht uitgaan naar een van de drie genoemde mogelijkheden. Maar hiervan ben ik nog geenszins overtuigd. De doelmatigste en tevens meest reële oplossing lijkt mij aanpassing van de uitvoeringspraktijk aan de procedure en wel zodanig, dat de in de wet vastgelegde waarborgen van rechtsbescherming en rechtszekerheid zo volledig mogelijk tot hun recht komen. Het is namelijk niet alleen de gang van zaken bij het plan van toedeling, die leidt tot een sterke afzwakking van de beroepsmogelijkheden voor belanghebbenden. Hetzelfde ver schijnsel zien we, zij het in mindere mate, optreden bij de behande ling van de bezwaren tegen de uitkomsten van de eerste schatting. Het komt voor dat de uitkomsten van de eerste schatting ter visie gelegd worden op een moment dat al een groot deel van de werken, inclusief het kavelwerk, is uitgevoerd. Ook dan kunnen de plaatse lijke commissie, de rechter-commissaris en de rechtbank voor een fait accompli worden geplaatst, omdat de oude toestand reeds geheel of gedeeltelijk verdwenen is. In de praktijk is mede hiervoor een oplossing gevonden door het schattingssysteem zodanig te wijzigen, dat de schatting kan worden uitgevoerd zonder rekening

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 29