menteel gedwongen in verschillende blokken de uitvoering van werken te temporiseren en in de onlangs gestemde blokken met de besteding der kredieten omzichtig te werk te gaan. Maar dit is niet voldoende. Het is naar mijn mening nl. dringend noodzakelijk dat beide diensten ook in tijden dat meer gelden beschikbaar komen voor de ruilverkaveling, en naar ik hoop is dat spoedig het geval, meer begrip voor eikaars taken krijgen en inniger gaan samenwerken op basis van gelijkheid. Om een goede coördinatie tijdens de uit voering van ruilverkavelingen te bewerkstelligen is het in de eerste plaats gewenst dat tussen C.D. en K.Rvd. op verschillende niveaus regelmatig overleg plaats vindt. Behalve contakten op directie-niveau zijn er dan ook regelmatig bijeenkomsten van de adjunct-directeur van de C.D., het hoofd van de K.Rvd. en verschillende straffunctionarissen. De grootste behoefte aan intensieve samenwerking en construc tief overleg ten aanzien van de eigenlijke uitvoering der ruilverka veling bestaat naar mijn overtuiging in de provincie. Hier dient, in de twee- of driemaandelijkse besprekingen tussen de hoofd ambtenaren van de Provinciale directie van de C.D. en van het Bureau Ruilverkaveling, de gewenste goede coördinatie waarover hiervoor is gesproken te worden geëffectueerd. Als het gaat zoals Ir. Homan (zie T. v. K. en L. 1964, p. 140) signaleert: „Men luistert beleefd naar elkaar, doch gaat in de ruilverkaveling weer zijn eigen gang", zijn we op de verkeerde weg. Teneinde overleg en samenwerking zo doeltreffend mogelijk te maken zal een zekere aanpassing van de interne organisatie der K.Rvd. aan die van de C.D. noodzakelijk zijn. Ik doel hierbij op de indeling van de K.Rvd. in provinciale eenheden. Met de instelling van de nieuwe bureaus te Leeuwarden en Roermond in 1962 is reeds een flinke stap gezet in deze richting. Een consequente voort zetting van deze lijn zou moeten leiden tot de instelling van nieuwe bureaus te Assen en 's-Gravenhage, opheffing van het bureau Almelo en samenvoeging van de bureaus Breda en Eindhoven tot één nieuw bureau. Op deze wijze zal bijv. de Provinciale directie van de C.D. in Drenthe, die nu regelmatig contakten heeft met 3 ruilverkavelingsbureaus (Groningen, Zwolle en Almelo)samen gaan werken met 1 ruilverkavelingsbureau te Assen. Ook wordt het bijv. voor het ruilverkavelingsbureau te Utrecht dan eenvoudiger, door dat de samenwerking met de Provinciale directie van de C.D. in Zuid-Holland komt te vervallen, terwijl het werk van dit bureau in de provincies Noord-Holland en Gelderland automatisch ophoudt bij de afsluiting van resp. de ruilverkavelingen „Polder de Zeevang" en „Tielerwaard-West". In aansluiting op het voorgaande wil ik nog even in het kort in gaan op de door Ir. Homan geopperde suggestie om te komen tot de instelling van provinciale cultuurtechnische commissies. Per soonlijk ben ik van mening dat zowel Ir. Homan als Prof. De Haan bij een aantal aanbevelingen op verschillend gebied te veel uit het 241

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 31