242
oog verloren hebben dat de Herverkavelingswet Walcheren als een
Noodwetgeving moet worden beschouwd, die niet zonder meer
kan worden geprojecteerd op normale toestanden. Aan de nood
situatie ontstaan na de februari-ramp van 1953 en de nationale
aanpak van een snel herstel ontleent de Herverkavelingscommissie
Zeeland (H.C.Z.) haar bijzondere positie en vrij grote bevoegdheden.
Het is zeer de vraag of decentralisatie van het cultuurtechnisch
beleid door het instellen van provinciale cultuurtechnische com
missies tot gunstiger resultaten zal leiden. Vooralsnog geloof ik
niet dat deze organisatievorm tot een grotere besluitvaardigheid
en een snellere en betere aanpak van het ruilverkavelingswerk zal
bijdragen. Decentralisatie kan zin hebben indien het doeltreffend
is bepaalde taken te delegeren aan lagere organen of indien de in
stelling van lagere organen op zichzelf gewenst is omdat er nog on
ontgonnen werkterrein aanwezig is. In het onderhavige geval zou
de Centrale Cultuurtechnische Commissie (C.C.C.) dus bepaalde
taken met vrucht moeten kunnen afstoten. Ik zie nog niet in welke
taken van de C.C.C. zich hiertoe zouden kunnen lenen. Aan de in
stelling van provinciale cultuurtechnische commissies die een be
leidstaak los van die van de C.C.C. zouden moeten krijgen, bestaat
naar mijn mening eveneens weinig of geen behoefte. Jaarlijks wordt
immers door Gedeputeerde Staten, in overleg met de Gewestelijke
Raad van het Landbouwschap en de Provinciale directie van de
C.D., per provincie een prioriteitenschema van de in voorbereiding
zijnde en de in de eerstvolgende jaren in voorbereiding te nemen
objecten opgesteld. Coördinatie op het gebied van de uitvoering
van ruilverkavelingen per provincie naar analogie van de werkwijze
in de Zeeuwse Herverkavelingen heeft eveneens weinig zin, daar de
problematiek in de verschillende ruilverkavelingsobjecten per pro
vincie en de mogelijkheden van aanpak meestal vrij sterk uiteen
lopen.
Nogmaals, intensivering van het overleg tussen Provinciale
directie van de C.D. en Bureau Ruilverkaveling gepaard gaande
met beter begrip voor eikaars werkzaamheden zal eveneens kunnen
en moeten leiden tot het gestelde doel: een snellere uitvoering met
waarborging van de rechtsbescherming der belanghebbenden.
Tot slot nog een laatste opmerking. Als de suggestie van Prof.
De Haan wordt overgenomen en door de Nederlandse Landmeet
kundige Federatie en de Vereniging voor Agrarisch Recht een
Studiecommissie wordt ingesteld met de opdracht de huidige
ruilverkavelingswet door te lichten, lijkt het mij nuttig ook hierbij
één of meer personen uit de kringen van de C.D. te betrekken, ge
zien de zeer nauwe relatie tussen de procedure en de uitvoering van
de civiel-technische en cultuurtechnische werken.