244
sche Rechtsgeleerdheid, soo elders als in Frieslandt gebruikelijk".
Interessanter dan het voorgaande was naar ons voorkwam, al
thans voor de niet-juridisch geschoolde, datgene, wat werd getoond
van enige typische noordelijke vormen van recht, nl. het beklemrecht,
dat vrijwel uitsluitend in Groningen voorkomt en de „rederij". Wat
de laatste rechtsfiguur betreft, wist onze gids ons mede te delen,
dat deze niet specifiek Gronings was, daar ze ook elders voorkwam.
Het beklemrecht daarentegen was wel uniek en daarom was er
op de tentoonstelling nog al wat werk van gemaakt. Uit verschil
lende grafieken viel af te leiden, dat deze rechtsvorm meer en meer
terrein verliest. Het schijnt dat dit zakelijk recht (in ons B.W. niet
als zodanig erkend) uit de tijd is, als niet passend in de huidige
maatschappij wordt aangevoeld, en dat, wanneer zich daartoe de
mogelijkheid voordoet, de beklemde meier zijn verplichtingen
tegenover de (juridische) eigenaar afkoopt, waarna hij van feitelijke
bezitter juridisch bezitter en tenslotte eigenaar wordt.
Of men met het oog gericht op deze ontwikkeling destijds ook
in de kadastrale boekhouding overstag ging Wel meenden we uit
het getoonde te moeten opmaken, dat aanvankelijk bij de vast
stelling van de artikelen van de kadastrale legger uitsluitend met
de „belastingplichtige" rekening werd gehouden, doch dat men later
dit blijkt o.m. uit de wijze waarop de artikelen gesplitst werden
meer aandacht is gaan besteden aan de registrering van de eigendoms
toestand (de verhouding onroerende zaak en zakelijk gerechtigde).
Doch niet alleen voor het kadaster was een plaats op de tentoon
stelling ingeruimd. Aan het slot van de rondgang wachtte ons nog
een verrassing. Op bijna plechtige wijze werden we naar een groot
gesloten boek geleid. Opengeslagen, bleek het een deel te zijn van
het Registre de formalité (Transcriptions des Actes Translatifs
de propriété d'immeuble), het register dat van i januari 1812 tot
1 oktober 1838 de rol van register van overschrijving vervulde. Het
bijzondere van dit registerdeel was volgens de rondleider, dat het
tweetalig was, d.w.z. dat halverwege de tekst van de overgeschreven
stukken plotseling overging van een Franstalige in een Nederlandse.
Op de plaats waar dit geschiedde had men op een blanco gelaten
bladzijde de volgende juichkreet geschreven:
„De Kozakken trekken Winschoten binnen!"
(zie ook corr. reg. deel 16 no. 3/6738)
Hoera!!"
Het register was dus kennelijk afkomstig van het kantoor Win
schoten en daar ontsnapt aan de in 1957 door de minister bevolen
overbrenging naar het Rijksarchief. Bij de verhuizing van het ar
chief van het thans opgeheven hypotheekkantoor Winschoten
naar het Groningsche kantoor was het te voorschijn gekomen. Voor
zover bekend zal het na afloop der tentoonstelling het lot van zijn
soortgenoten gaan delen en derhalve door de bewaarder van laatst
genoemd kantoor aan de zorgen van de Rijksarchivaris te Groningen
worden toevertrouwd. Mr. ir. C. G. van Htjls