268 het perceel of de percelen waarvan kavels gedeelten zijn, in het verleden eveneens als kavels d.w.z. als afzonderlijke voorwerpen van zakelijk recht (of als zaken buiten de handel) kadastraal werden ingedeeld. Echter in vrijwel elke gemeente zijn thans meer of minder uitgestrekte gebieden aan te wijzen waarvan o.m. door sanering, of door de aanleg van industrieterreinen, havens enz., doch vooral van nieuwe stadswijken, de parcellaire structuur radicaal is gewijzigd. Van deze nieuwe gebieden, die in feite een herverkaveling onder gaan of reeds hebben ondergaan, is de kadastrale parcellering onbruikbaar geworden, omdat de percelen op het terrein niet meer zijn te onderkennen (men denke aan opspuitingen, egalisaties, afgravingen e.d.m.). Dit leidt tot het laten vervallen van deze verouderde parcellering, door alle verdwenen percelen in zo'n gebied onder één kadastraal nummer te verenigen. In plaats van een perceel, in de hiervoor bedoelde zin, duidt dit nummer dan een nog te herkadastreren nieuw gebied aan. Deze herkadastrering kan veelal het snelle tempo waarin heden ten dage nieuwe gebieden in exploitatie worden gebracht niet bijhouden, zodat dikwijls reeds vele overdrachten van kavels plaatsvinden, voordat ook maar enig object van de nieuwe terreinstoestand, zoals bijv. de wegen, bouw terreinen en wat verder van uitbreidings- of andere plannen is verwezenlijkt, kadastraal is ingedeeld. Door het vervallen van de oude kadastrale parcellering enerzijds en het nog ontbreken van de zo juist genoemde kadastrale indeling anderzijds, kunnen de over te dragen kavels kadastraal niet als een gedeelte van een perceel, doch slechts als een gedeelte van een door een nummer gekenmerkt, als nog te herkadastreren, gebied worden aangeduid. Deze „kadastrale" aanduiding heeft echter voor de verwezenlijking van het specialiteitsbeginsel niet de minste bete kenis (bij een enigermate uitgestrekt gebied betekent zo'n nummer te dezen aanzien niet veel meer dan bijv. de naam of de letter waarmede een stadswijk wordt benoemd). 1) Dit heeft tot gevolg dat niet is na te gaan welke van alle bij de vervallen percelen (en bij die waaruit deze zijn ontstaan) geboekte publikaties betrekking hebben op de in de nieuwe gebieden ge vormde onroerende objecten (kavels). M.a.w.een volledig titel- onderzoek vóór de overdracht van een in zo'n gebied gelegen kavel is niet mogelijk. Zelfs zal, zoals hiervoor reeds werd opgemerkt, in sommige gevallen de titel van aankomst van de tegenwoordige gerechtigde van een kavel niet opgegeven kunnen worden. 2) Het zijn echter niet alleen de bij de verdwenen percelen geboekte Verg. Berretty W.P.N.R. nr. 4638 of T.K.L. 1962, blz. 281/282: „De kadastrale aanduiding van deze bouwterreinen, die in de hypotheekakten wel wettelijk moet worden vermeld, is onder die omstandigheden uit het oogpunt van landmeetkundige individualisatie wel te verstaan een formaliteit zonder enige reële waarde geworden." 2) Zie pag. 266, noot 1.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 18