274
zal in een enkel geval uit deze omschrijvingen een vroegere titel
gevonden kunnen worden, doch voor een volledig titelonderzoek
hebben zij geen blijvende betekenis, zeker niet voor de gebieden die
een andere indeling hebben gekregen. Met deze objectsomschrij
vingen, hoe uitvoerig zij ook mogen zijn, zijn zelfs de desbetreffende
publikaties niet te achterhalen. Zij kunnen slechts dan toegang
tot de openbare registers geven, wanneer zij na meting en toepassing
in kadastrale gegevens zijn omgezet.
Alleen van een kadastraal ingedeeld onroerend goed is dus een
volledig titelonderzoek mogelijk. Aan een ieder kan een extract
uit het kadastrale plan worden verstrekt, waarop zowel de tegen
woordige als elke vroegere indeling staat aangegeven. Hierdoor is
een ieder in de gelegenheid kennis te nemen van de ligging van de
gedeelten van een onroerend goed, waarop de verschillende publi
katies betrekking hebben. Wil het publiek, zoals nog al eens het
geval is, de grenzen van deze gedeelten ook op het terrein kennen,
dan zal de landmeter deze aan de hand van vroeger verzamelde
meetgegevens of, bij minuutgrenzen, met behulp van langs grafische
weg verkregen gegevens, kunnen uitzetten.
Mr. D. P. A. Nakken heeft in een aantal publikaties in W.P.N.R.1)
eveneens de openbare registers en het kadaster ter sprake gebracht.
Deze publikaties zijn voor mij aanleiding aan hetgeen ik reeds
vermeldde nog enige beschouwingen toe te voegen. Ik ga daarbij
uit van de vijf hierna aangehaalde desiderate waarmede hij zijn
artikel: „Opruiming van aanspraken", in W.P.N.R. nr. 4715
besluit.
(1) Thans moet een ieder, die inlichtingen uit de openbare registers ver
zoekt, naar de kadastrale administratie worden verwezen. Dit is een
geheel onjuiste situatie. Een verantwoorde regeling inzake naam
wijzers is een eerste eis. Partijen dienen verder in ter overschrijving en
inschrijving aan te bieden stukken onder meer door middel van hun
geboortedata en geboorteplaatsen te worden aangeduid. Ingevolge
wettelijke regeling. In het buitenland kent men deze verplichting
reeds lang.
Na de verwijten aan de Regering in de gedeelten van zijn artikel
die voorkomen in nrs. 4712 (blz. 98) en 4715 (blz. 134) van W.P.N.R.
had verwacht mogen worden dat Mr. Nakken de door hem ge
dachte regeling „voor de toegankelijkheid van de overschrijvingen
en inschrijvingen op privaatrechtelijk verantwoorde wijze" eniger
mate uitvoerig zou hebben omschreven en zou hebben toegelicht
waarom de bestaande naamwijzers c.a. voor het verkrijgen van
toegang tot de openbare registers niet voldoen. Ik handhaaf mijn
mening dat zonder de kadastrale administratie noch een boekhou
ding van de publikaties op de namen van de in de overgeschreven
en ingeschreven stukken genoemde personen, noch een methode
van titelverwijzingen voldoende zekerheid bieden, dat met betrek
king tot enig onroerend goed aan een belanghebbende alle en boven-
M Zie W.P.N.R. nrs. 4521, 4527/28, 4550/51, 4576/82, 4708, 4710/15.