De werkzaamheden voor het tot stand brengen van het kadaster zijn verricht in het tijdvak gelegen tussen de jaren 1812 en 1832 toen hier te lande de Code Napoléon van kracht was. Het doel dat men met de instelling van het kadaster beoogde te bereiken was niet alleen een billijke heffing van de grondbelasting; het kadaster zou bovendien bestemd worden voor de verwezen lijking van het in onze nationale wetgeving op te nemen speciali teitsbeginsel. Artikel 4 van de Verordeningen ter instandhouding van het Kadaster van het Koninkrijk der Nederlanden (van 1832) omschrijft het „voorname" doel van het kadaster „als grondslag van de j aarlij ksche verdeeling der grondbelasting, in derzelver verschillende graden, en als grondslag kunnende strekken van het bij het burgerlijk wetboek der Nederlanden daar te stellen hypothecaire stelsel". Een stelsel dat uitbreiding zou geven aan de publikatie van rechts handelingen ten aanzien van onroerend goed en dat een op het kadaster gebaseerd specialiteitsprincipe zou bevatten. Volgens het Franse recht, dat hier te lande van 1811 tot 1838 heeft gegolden, ging de eigendom over alleen al door de obligatoire overeenkomst; zelfs behoefde niet een akte te worden opgemaakt en derhalve kon ook de overschrijving van de eigendomsoverdracht niet dwingend worden voorgeschreven. De overschrijving was alleen vereist voor schenkingen, voor het overige was zij facultatief. Toch vonden er overschrijvingen plaats, zeker niet alleen omdat volgens Nakken 2) aan buitenwettelijke overschrijvingen een zeker belang werd toegekend, doch vooral omdat het Franse stelsel van privileges en hypotheken hiertoe aanleiding gaf. Zo bijv. kon de verkoper van een onroerend goed, die volgens artikel 2103 punt 1 van de C.N. voor de betaling van de koopprijs op dit goed bevoor recht was, door overschrijving van de titel van overdracht, voor de nog niet betaalde kooppenningen een door de hypotheekbewaar der ambtshalve te bewerkstelligen inschrijving verkrijgen (zie art. 2108 C.N.). 3) Ook verschafte de overschrijving van een akte van overdracht derde bezitters een middel om een onroerend goed van privileges en hypotheken te zuiveren (art. 2181 C.N.). In het Franse recht werd dan ook de overschrijving tot het „hypothecaire" stelsel gerekend, vandaar dat daar waar in aan de invoering van ons B.W. voorafgaande wetten, Koninklijke besluiten enz. van een nieuw „hypothecair" stelsel wordt gesproken, de overschrijving 277 (3) Door de wijze, waarop Rijksambtenaren hun dagelijkse werkzaam heden verrichten, mag het wettelijk stelsel van onroerend goed geen geweld worden aangedaan. De kadastertechnici dienen globaal te meten. Zo verlangt het de grondbelasting. Zo verlangt het ook de handhaving van het rechtsstelsel inzake onroerend goed. b Verg. Asser-Beekhuis Tweede deel Zakenrecht, blz. 211. 2) Verg. W.P.N.R. nr. 4711, blz. 86. 3) Zie circ. nr. 421. -

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 27