294 strumenten waarvan de bewegende onderdelen relatief licht zijn (Wild B8, Kelsh Plotter, Balplex, stereocomparatoren)." Met betrekking tot Commissie III (Aerial Triangulation) deelt Ir. W. Sonnenberg het volgende mede: „Blijkens de invited en presented papers is de aandacht wat commissie III betreft gedurende de latste 4 jaren geconcentreerd geweest op: analytische triangulatie blok- en strookvereffening radiaaltriangulatie hulpinstrumenten fotogra rmetrie toegepast bij drie-dimensionale geodesie. Hiermee zijn tevens de 5 centres d'interêt aangegeven, die op een voorbijeenkomst van Commissie III te Milaan zijn ingesteld. De discussies rond het onderwerp analytische triangulatie golden vooral de vraagmono- of stereocomparator De aanleiding hiertoe was onder meer Thompsons invited paper. Beide aspecten die aan genoemde vraag verbonden zijn. nl. economie en nauwkeurigheid, zijn echter naar onze begrippen ongelijkwaardig. Tewinkel wijst op de nauwkeurigheid die in Amerika is bereikt met de PUG: een standaardafwijking in de Y- parallax na vereffening van 3 p, bere kend over een groot aantal stroken. Hij stelt, dat in de toekomst de relatief hoge kosten van een stereocomparator wel zullen verminde ren en dat aan genoemd instrument dan zeker in verband met de nauwkeurigheidde voorkeur moet worden gegeven. Het berekenen van de relatieve oriëntering heeft slechts een enkele kunnen inspire ren tot nieuwe gedachten. Afdrukken van een grid op de opname (reseau) wordt, buiten Engeland, nog niet veel toegepast. De hoge verwachtingen die men van deze methode heeft, worden merkwaar digerwijze gelogenstraft door een test in Zuid-Rhodesië; mogelijk is het filmmateriaal hier echter van superieure kwaliteit geweest. Reeds tijdens het symposium te Delft was het opvallend, dat veeltermen nog steeds de basis vormen voor vele strook- en blokver- effeningen. Het blijkt echter, dat in wezen de computercapaciteit dikwijls de doorslag geeft, welke vereffeningsmethode zal worden gebruikt. In dit verband mag hier zeker worden aangedrongen op publikatie van de door het I.T.C. geprogrammeerde Anblockme- thode. De charmante wijze waarop de voortreffelijke voorzitter van Commissie III, de Fransman de Masson d'AüTUME, de belang stelling van de deelnemers wat de Anblockmethode betreft, ver tolkte, heeft echter ook al niet mogen baten. De waarde van Jerie's methode voor planimetrievereffening neemt af, de hoogte vereffening heeft echter zeker nog bestaansrecht. Een geheel ander aspect is het gebruik van tripiets, zelfs in twee richtingen. Lehmann heeft echter inmiddels bewezen, dat stereoparen dezelfde nauw keurigheid geven als stereotriplets. Een indruk van de nauwkeurig-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 44