2g6 type kaarten vereist gemiddeld tenminste i punt/km2 grondslag. Van de gecultiveerde aarde voldoet slechts i% aan deze eis. Voor de technisch onderontwikkelde landen ligt dit percentage nog ongun stiger. Een efficiënte uitbreiding van de netpunten is alleen mogelijk door een toenemend gebruik van luchttriangulatie en blokvereffe- ning. Het gebruik van superwijdzicht fotografie alsmede dat van apparatuur voor elektronische afstandmeting moet ook voor deze kaarten meer toepassing vinden. Elektronische rekenmachines zijn bij bepaalde voorwaarden nuttig. In aansluiting op het voorgaande kan de voordracht van Prof. Van der Weele worden vermeld, met als onderwerp: „numerieke en analytische fotogrammetrie voor kaarten op grote schaal." Het vraagstuk van de relatieve oriëntering is reeds lang voorwerp van numerieke bewerking. De Coordimeter van Jenoptik, een klein rekentuig, berekent o.a. correcties op de relatieve oriënteringsele menten, gebaseerd op Y-parallaxmeting in de 6 standaardpunten. Met behulp van tafels of rekenlineaal (I.T.C. f2 -computer) kan de operateur evenwel sneller een numerieke relatieve oriëntering uit voeren. Meer voorkeur geniet het oplossen van 5 normaal vergelijkingen, met informatie over een willekeurig groot aantal Y-parallaxen, door „middelgrote" digitale rekenmachines zoals Zebra, Zuse Zii of IBM 650. Aanschaffing van deze machines alleen voor het oplossen van oriënteringsvraagstukken is evenwel economisch onverant woord. Numerieke restitutie van afzonderlijke beeldparen vindt steeds meer toepassing (voor autosnelwegen, kadaster e.d.). De redenen hiervoor zijn vooral van economische en organisatorische aard. Een gewenste maximale vergrotingsfactor voor de foto-kaart ver eist immers een zeer nauwkeurige oriëntering, alsmede uitschakeling van grafische fouten. De hoogste nauwkeurigheid wordt verkregen door de analytische restitutie. In theorie is deze laatste restitutie- vorm 2 a 3 maal beter dan de analoge restitutievorm. In de praktijk beperkt de fotokwaliteit deze theoretische factor echter aanzienlijk. Onderzoek naar onbekende fouten in het fotomateriaal is dringend. Een spectaculaire ontwikkeling in de luchtfotografie is het ge bruik van kleurenfilm. Over ervaringen met dit nieuwe medium voor kustkaarteringen bericht kapitein Swanson (U.S.A.). De basismaat vastheid van de kleurenfilm is ongeveer gelijkwaardig aan die van acetaat-panchromatische film. Proeven met kleurenfilm op polyes terbasis door de firma's Kodak en Ansco zijn gaande. Met kleurenfoto's verkrijgt men betere interpretatie en identifi catie van de terreindetails. De fotogrammetrische kaart wordt daar door vollediger, zodat naverkenning in omvang afneemt. Triangu latie met kleurendia's, aldus Swanson, geeft nauwkeuriger resulta ten dan met zwart-wit glasplaten. De heer Möller wijst echter op tegenovergestelde resultaten in Zweden, afkomstig van de mindere stabiliteit van het pakket gevoelige lagen van de kleurenfilm.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 46