de verenigingsactiviteiten van de American Society of Photogram- metry. Het Oostenrijkse rapport geeft een zeer zakelijk overzicht over de toepassing van de fotogrammetrie aldaar, waarbij ook een juist inzicht kan worden verkregen in de omvang van de ter be schikking staande apparatuur. Dat in het Zwitserse rapport onder de firma's die fotogrammetri- sche apparatuur vervaardigen Coradi, Haag-Streit en Contraves worden genoemd, moet op een vergissing berusten. Noch de Co- radomat, noch de Digimeter, noch de elektro-coördinatograaf van Haag-Streit/Contraves hebben iets met fotogrammetrie te maken. Het noemen van deze namen in een nationaal rapport over de fotogrammetrie kan slechts wijzen op een onjuiste uiting van chau vinisme. Aan het Nederlandse nationale rapport kleven dezelfde bezwaren als vier jaar geleden. Hoewel daar destijds duidelijk op is gewezen, blijkt ook nu weer verzuimd te zijn het Kadaster als kaaitver- vaardigende organisatie in de opsomming op blz. 3 op te nemen. Dit is des te onbegrijpelijker, daar slechts enkele zinnen onder de opsomming reeds over het Kadaster wordt gesproken. Als het om fotogrammetrie gaat, is het nog steeds onduidelijk waarom de B.P.M. wel in de opsomming wordt genoemd. In het rapport wordt overigens op geen enkele wijze over fotogrammetri- sche activiteiten van de B.P.M. gerept. Wellicht nog gekker is de verkeerde naam voor het hoofd van de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat. Men mag toch van de Nederlandse rapporteur verwachten dat hij met reeds lang plaats gehad hebbende mutaties op de hoogte is. Uit de nationale rapporten blijkt voorts dat een betrekkelijk arm land als Spanje zich in een jaar (1962) meer fotogrammetrische instrumenten weet te verschaffen als de Nederlandse kaarterings- diensten tezamen in tien jaar. Men vraagt zich hierbij wel af wie dit alles bekostigt en hoe men daar het personeel in zo'n snel tempo kan opleiden. Het Italiaanse rapport is op dezelfde leest geschoeid als dat van de Verenigde Staten. Uit het Portugese rapport krijgen we een goed inzicht in de omvang van de verschillende overheids- en particuliere organisaties die zich in Portugal en zijn koloniën met fotogramme trie bezighouden. Ook van de verrichtingen wordt een zakelijke opsomming gegeven. In het Poolse rapport kan o.m. worden gelezen dat het middelbaar technisch personeel wat de fotogrammetrie betreft aan 25 middel bare scholen voor landmeetkunde wordt opgeleid. Aannemende dat er ook animo is voor dit onderwijs, blijft het een raadsel wat alle afgestudeerden wel verrichten. Het rapport zegt daar niets over. Het best verzorgde nationale rapport is dat van de Duitse Bonds republiek, dat verscheen als publikatie van de Deutsche Geodatische Kommission. Behalve over de fotogrammetrie, toegepast voor de kaartvervaardiging, vindt men er zeer veel in over de niet-carto- 300

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 50