Elbmarsch in de buurt van Lüneburg bij de Oost-Duitse grens.
Dit vroeger welvarende gebied, waar veel rijke paardehandelaren
woonden, is thans volkomen verarmd door de afnemende afzet
tengevolge van de voortschrijdende mechanisatie. Op het land
staan veel giftige planten (paardestaart) die door paarden gegeten
kunnen worden, maar ongeschikt zijn voor ander vee. Dank zij
grote investeringen (kosten ruilverkaveling Bütlingen 6 ooo.
per ha en Lüdershausen 4 ooo.per ha) wordt in dit gebied
weer welvaart gebracht, hoewel er reeds boeren zijn die ook hun
nieuwe kavels laten verkommeren. De mensen in deze streek zijn
van oudsher meer handelaar dan boer.
Andere interessante excursies waren georganiseerd op het gebied
van stedebouw en waterbouwkunde.
Op de tentoonstelling van geodetische instrumenten werd veel
aandacht besteed aan de toenemende mechanisering in de geodesie.
Verder was een grote plaats ingeruimd voor de nieuwste ontwikke
lingen op het gebied van markeringsmateriaal.
Mede dank zij de grote deelname en het fraaie zomerweer kunnen
de organisatoren terugzien op een geslaagd congres.
Ir. M. J. M. Bogaerts
Litteratuuroverzicht
Jaarverslag 1963: Centrale Cultuurtechnische Commissie
Cultuurtechnische Dienst Herverkavelingscommissie Stichting
Beheer Landbouwgronden. Uitgave van het Ministerie van Land
bouw en Visserij.
In het „Woord vooraf" verklaart de secretaris van de Centrale
Cultuurtechnische Commissie dat „de aanpassing van het platteland
in vele gevallen mede kan leiden tot de behartiging van andere
belangen die niet direct agrarisch behoeven te zijn", waarbij hij
de overtuiging uitspreekt dat ook deze facetten van de cultuur
techniek tenslotte een zegen zullen zijn voor de landbouwers en
hun gezinnen. Men kan van mening verschillen over de vraag of
maatschappelijke begeleiding, openluchtrecreatie en de algemene
problemen van de ruimtelijke ordening cultuurtechnische facetten
zijn. Wel staat vast dat deze factoren, die in hoofdstuk i (structuur
beleid, beschouwingen en ontwikkelingen) worden aangeroerd,
op de uitvoering van de ruilverkaveling grote invloed uitoefenen.
Men kan zich in dit verband ook afvragen of het principieel juist
is dat „Landbouw" voor de openluchtrecreatie bijdragen verstrekt
aan het Ministerie van O. K. en W., tot wiens competentie de
verzorging van de recreatie behoort (blz. 14).
Bij het structuurbeleid wordt steeds meer gestreefd naar be
ëindiging van de kleine bedrijven (Ontwikkelings- en Sanerings
fonds) en naar het vormen van grotere bedrijven (tot 30 en 25 ha)
322