1 324 satie worden uitgesproken. Landschapsverzorging, voorlichting, opdrachten aan derden en onderzoek aan het instituut voor Cultuur techniek en Waterhuishouding zijn eveneens in het derde hoofdstuk ondergebracht. Eigenlijk zouden de in hoofdstuk 4 behandelde „Provinciale problemen en projecten" ook in hoofdstuk 2 een plaats hebben kunnen vinden. De keuze van enige onderwerpen, die grotere aan dacht verdienen dan zij in een provinciaal verslag zouden onder vinden, lijkt mij gerechtvaardigd. Ik volsta hier met enige titels te noemen: „Waterschappen en ruilverkavelingen in Groningen, ruilverkavelingen en openluchtrecreatie in Friesland, Ruilverkave lingsrente en pacht (prijs) verhoging in Hummelo-Keppel (Gld.), Landbouw en planologie in Utrecht en de waardering van gronden in het heuvelland van Zuid-Limburg". Het laatste hoofdstuk „Verslaglegging, intern en extern" ver meldt o.m. de samenstelling van commissies en een opgave van publikaties, geleverd door ambtenaren van de cultuurtechnische dienst. Het zeer lezenswaardige verslag is zoals gewoonlijk voorzien van mooie foto's en talrijke statistieken en kaartjes. Prof. ir. G. F. Witt Jaarverslag van de Nationale Maatschappij voor de kleine landeigendom over 1963. Uit dit verslag dat een zeer verzorgde indruk maakt blijkt dat men in België met dezelfde problemen worstelt als bij ons. Alleen heeft men daar de maatregelen tot verbetering van de externe produktie-omstandigheden in de landbouw later genomen dan in Nederland en dientengevolge heeft men dus een achterstand in te lopen. Wanneer we ons beperken tot de ruilverkaveling (de Maatschappij beweegt zich nog op andere gebieden, zoals de aankoop van bouw terreinen, de woningbouw, de kredietverlening e.d.) zien we dat op grond van de Wet van 26 juni 1956 52 objecten ter grootte van 47451 ha in uitvoering zijn en 42 objecten ter grootte van 48748 worden voorbereid. Beëindigd werden tot nu toe 13 blokken, groot 5237 ha. Voor 1963 waren deze getallen: in uitvoering genomen 8 blokken ter grootte van 6317 ha, voorbereid 8 blokken, groot 9631 ha en gereedgekomen 6 blokken, groot 2313 ha. Er begint dus enig schot te komen in het Belgische ruilverkavelingswerk, al valt het aantal gereedgekomen hectares (net als in ons land) tegen. Bestudering van het aantal gereedgekomen blokken heeft enige vragen bij ons doen rijzen. Deze blokken waren groot, resp. 719 ha (72 gebruikers), 342 ha (36), 330 ha (246), 501 ha (62), 303 ha (243) en 137 ha (49). Van drie gebruikers in ieder blok werd de oude en de nieuwe situatie gegeven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 74