Na aftrek van de oppervlakte van deze drie gebruikers bleek het
gemiddelde gebruik achtereenvolgens groot te zijn: bijna 9 ha, bijna
7 ha, 1,25 ha, 6,5 ha, 1,1 ha. 2,5 ha. Uit het verslag van iedere
ruilverkaveling is niet op te maken om wat voor soort bedrijven
het hier gaatvermoedelijk betreft het gemengde bedrijven.
Evenmin blijkt dat bedrijfsvergroting via grondaankoop heeft
plaats gehad. In ieder geval constateren wij, dat in drie gevallen
van de zes veel tijd en geld besteed werd aan de verbetering van
een gemiddeld gebruik van 1 a 2 ha.
Wij menen deze conclusie met meer recht te mogen trekken
omdat in het verslag gezegd wordt dat in 1963 het personeel van
de Afdeling Ruilverkaveling en bodemverbetering gebracht werd
op 689 eenheden.
Hoewel we bekennen minder op de hoogte te zijn van de Belgische
toestanden op ruilverkavelingsgebied dan van de Nederlandse en
daarom gaarne onze excuses aanbieden voor misschien te voorbarig
gestelde vragen, geeft het Verslag ons toch aanleiding om te vragen
1. Heeft het E.E.G. verband zin om de externe productie
omstandigheden te verbeteren van bedrijfjes van 1 a 2 ha?
2. Wanneer voor dit soort verbetering een personeel van bijna
700 man ter beschikking staat, worden dan de kosten per gereed
gekomen ha niet bijzonder hoog
Misschien dat onze Belgische collega's ons hierover nader kunnen
inlichten.
A. Govers
NEN 3094. Technische tekeningen. Schrift (letters, cijfers en
leestekens).
In een bericht voor de pers doet het Nederlands normalisatie
instituut mededeling van de publikatie van een nieuw normblad
NEN 3094, technische tekeningen, schrift (letters, cijfers en lees
tekens)
Deze norm, aldus de toelichting, is opgesteld door de buiten
gewone normcommissie BNC 18 (Documentreproduktie) in samen
werking met commissie B5 (Aanwijzingen voor technische
geschriften, tekeningen, modellen en onderdelen van constructies).
Bij het vaststellen van de vormen voor letters en cijfers heeft de
BNC 18 zich gebaseerd op de eisen die hieraan met betrekking tot de
reproduceerbaarheid van tekeningen en andere documenten moeten
worden gesteld. Deze eisen heeft de BNC 18 in het ontwerp 3236
(Reproduceerbaarheid van getekende, geschreven, getypte en
gedrukte documenten) vastgelegd.
Wanneer we spreken over reproduktie van tekeningen en
documenten, denken we in de eerste plaats aan de bekende procédé's
die ieder op eigen werk toepast of laat toepassen. Bij de één gebeurt
dat fotografisch, bij een ander door middel van lichtdruk, druk via
raster of lijncliché. Tegenwoordig ook door offsetdruk, die meer en
325