328 gereproduceerd kunnen worden. Om deze reden zou ik dus niet de gekozen letters kap. W en M en de onderkast w willen toepassen, omdat wanneer de korte middenstukken iets te klein uitvallen, de letters aan duidelijkheid verliezen, om maar niet te denken aan de lettergrootte van i| mm. Wat de andere kapitalen betreft is er niet veel nieuws onder de zon. De verhouding van de vroegere DIN kapitalen was hoogte: breedte=5 8. Thans voor de letters van normale dikte de ver houding 8 13, een te verwaarlozen verschil dus. Het is bekend, dat de verhouding van letterhoogte en trekdikte variabel is. De verhouding die geldt voor letters ter grootte van bijv. 16 mm is niet vol te houden voor de heel kleine en grote maten. Daar komt nog bij, dat wanneer een letter of cijfer met ronde trekken even groot wordt geschreven als één met rechte trek(ken), de eerste in het woordbeeld kleiner lijkt. Deze dingen zijn moeilijk maar onweer legbaar en met dit NEN-blad missen we de gelegenheid al deze zaken onder ogen te zien en ze metterdaad te normaliseren. Velen die niet dagelijks antwoord moeten geven op vragen waarom een geschreven of getekende tekst bepaalde oneffenheden vertoont, breken hun hoofd daar niet over. Het zal een onderwijzeres onver schillig laten wanneer het cijfer 8 in de goede uitkomst van een som door de nare schrijfvorm wat uit de schrijfrichting valt. Op een plan waar met één blik zo gauw mogelijk en zoveel mogelijk in het oog ge vat moet worden, wordt het oog opgehouden door elke afwijkende, let wel: optisch afwijkende richting of grootte, en in plaats van 1768 (de acht iets groter en precies in de schrijfrichting) neemt men op 176/8. Men voelt iets bijzonders en kijkt nogmaals. Het geeft op onthoud en dit is niet nodig. Voor technische tekeningen, althans voor kadastrale plans en topografische kaarten, wordt meer en meer gebruik gemaakt van stabilene als tekeningdrager. Het is een film waarop een verflaag (scribecoat) is aangebracht, waarin de figuratie en beschrijving wordt gegraveerd. Ook moeten hierin de perceelnummers worden gegraveerd. Ook dit materiaal stelt zijn eisen. De grootte van deze cijfers ligt tussen en if mm. Dit is te klein voor schrijfmallen. Bovendien bestaan deze mallen voor de vierlijnige (staart)cijfers naar mijn weten niet. Wanneer we ook hier niet de voor dit materiaal geschiktste vormen kiezen, lopen we de kans de aanblik nadelig te beïnvloeden. In dit verband wijs ik op het blijkbaar moeilijkste cijfer nl. 2 Zowel bij de cursieve 2 van dit normblad als bij het schrijf- cijfer 2 van het NENblad 2296 (Handschrift voor de lagere school) loopt het puntje onderaan altijd dicht. Geschreven: met inkt, omdat de inkt daar contact maakt. Gegraveerd op stabilene: omdat daar de verf te veel verwijderd wordt en er dus op de afdruk een zwart puntje ontstaat. In de ogen van een leek onbelangrijk, er staat een twee en daarmee uit, maar het kan worden voorkomen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 78