257 Voor de aanname van de standaardafwijking van de geodimeter en de tellurometer is gebruik gemaakt van de ervaringen bij het Laboratorium voor Geodesie. De standaardafwijking van de Wild T3 en de Wild T2 is bepaald uit een groot aantal metingen ver richt bij de Rijksdriehoeksmeting resp. bij de Topografische dienst. Conclusies. Uit de grafische voorstellingen van de standaard afwijkingen kan men de volgende conclusies trekken. Van de twee soorten trilateratiekettingen (fig. 1) zal men ver moedelijk meestal aan TL\ de voorkeur geven. Hoewel de meting van TL2 eenvoudiger kan zijn, staat daar tegenover dat de con structie van TL\ in belangrijke mate steviger is. Bij alle methoden spelen de lengteoverdracht en de richtings overdracht een belangrijke rol. De lengteoverdracht beïnvloedt de standaardafwijking van Pn in de ^-richting, de richtingsoverdracht doet dit in de y-richting. Daar bij de veelhoek en de trilateratieketting de lengten gemeten worden, is de mx veel kleiner dan bij de triangulatieketting, omdat de lengte hier door driehoeksmeting wordt overgedragen (fig. 3, 4). De grafische voorstelling van de richtingsoverdracht (ma) vindt men in fig. 5. Hieruit blijkt dat de toepassing van een Wild T2 bij een veelhoek of triangulatieketting betere resultaten oplevert dan een tellurometer bij een trilateratieketting; de toepassing van een Wild T3 is beter dan die van een geodimeter. De my van TL\ (in fig. 6) gemeten met een geodimeter ligt tussen die van de twee veelhoeken die met een Wild T2 resp. Wild T3 zijn gemeten. Men kan de veelhoek beschouwen als de eenvoudigste en nauw keurigste methode. In bepaalde gevallen kan echter de toepassing van een triangulatieketting of trilateratieketting voordelen boven een veelhoek hebben. Men verkrijgt meer punten en heeft maar één soort meting uit te voeren. De toepassing van een tellurometer kan efficiënter zijn, omdat de radiogolven niet gestoord worden door atmosferische omstandigheden. Een goed voorbeeld hiervan is de op Groenland gemeten trilateratieketting (10 x 10 km, Lengteoverdracht bij driehoekskettinqen cm 60 50 40 30 20 10 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 km Fig. 3 Wild 13 Wild T2 'n

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1964 | | pagina 7