2e punt) en op de derde polygoonkaart (voor 3e punt) wordt even
eens de rubriek „hor. rand R.L." aangestreept. Vervolgens worden,
nadat de kijker is doorgeslagen, in omgekeerde volgorde in de
rubrieken „hor. rand R.R." de waarnemingen genoteerd.
De detailkaart (zie fig. 3 en fig. 4) kan aan twee zijden worden
benut en is aldus voor vier detailpunten op dezelfde standplaats
bruikbaar. Het nummer van de standplaats komt nl. alleen maar
op de voorzijde der kaart voorhet netnummer alleen op de achter
zijde. Op de 4e tot en met de 6e regel zijn de coderingen A tot en
met J beschikbaar voor de aanduiding van het object (hoek van
huis, paal, boom, heg, enz.). Deze vermelding kan eventueel van
nut zijn indien men bij de mechanische kaartering de punten van
een symbool wil voorzien.
Voor het meten van richtingen geldt dat georiënteerd wordt op
het voorgaande polygoonpuntde aanduiding van dit punt ont
breekt daarom op de detailkaart. Daar voor de aansluitingsrichting
de rand op o wordt gezet, behoeft ook hiervoor geen ruimte te
worden gereserveerd. Alleen de richting naar het detailpunt wordt
ingevuld; deze wordt in één randstand afgelezen. Afhankelijk van
het type instrument kan ten behoeve van de bepaling der hoogte
verschillen worden ingevuld de hoekwaarde, de tangens van de
hellinghoek, die in vele gevallen op de verticale rand kan worden
afgelezen, of het baakinterval. De notatie van de verticale hoek
geschiedt in centigraden (tengevolge van afrondingsfouten kunnen
dan afwijkingen in de hoogtebepaling van 7 mm op een lengte van
100 meter optreden).
Het rekenprogramma
Dit is gesplitst in een voor- en een hoofdprogramma. De program
ma's zijn geschreven in de S.P.S.-taal voor de berekening op de
rekenautomaat I.B.M. 1620. Het hoofdprogramma was eerst ge
schreven in Fortrantaal, zodat het ook voor andere machines
gebruikt kon worden (in Duitsland werd dit programma benut
op de I.B.M. 7090)
Het voorprogramma
De in de M.S.-kaarten genoteerde" waarnemingen worden m.b.v.
de I.B.M. 519 omgezet in ponsingen en deze worden op hun beurt
zodanig op normale ponskaarten overgebracht, dat de geponste
gegevens voor de verwerking in de rekenautomaat I.B.M. 1620
geschikt zijn. De aldus verkregen polygoonkaarten worden per net
in de numerieke volgorde gesorteerd; de detailkaarten worden
tussengevoegd achter het polygoonpunt dat als standplaats voor
de meting van het detailpunt heeft gediend.
Voordat nu de aldus gesorteerde polygoon- en detailkaarten aan
II
b S.P.S. Symbolic Programming System;
Fortran Formula Translation.