kijkerstand en tussen de gemeten hoogteverschillen in heen- en
teruggang.
4. De polygoon- en detailkaarten, waarop de metingen zijn vermeld,
worden bewerkt. Bij overschrijding van de toleransen worden
tijdens de berekening de afwijkingen door middel van de schrijf
machine bekend gemaakt. Evenzo worden de sluitfouten in de
polygonen en verdere onvolmaaktheden genoteerd. De machine
rekent echter door.
5. De berekende x-, y- en ^-coördinaten worden in ponskaarten
geponst. Deze kaarten kunnen dienst doen voor de kaartering
der punten m.b.v. een zgn. automatische coördinatograaf. Neemt
men alleen genoegen met de coördinaten dan kunnen de gegevens
worden uitgeschreven.
N abeschouwing
Indien de M.S.-kaarten goed zijn ingevuld, verloopt de verdere
verwerking zonder menselijke tussenkomst. Fouten kunnen alleen
ontstaan door foutieve invulling van de M.S.-kaarten en bij de
invoer van de gegevens, vermeld op de hoofdkaarten en de gegevens
der bekende punten. Het uitschrijven der resultaten, verkregen
met het voorprogramma, verdient aanbeveling. Een globale visuele
controle hiervan beperkt de introductie van foutieve gegevens voor
de berekening van het hoofdprogramma.
De ervaringen, opgedaan bij het gebruik van M.S.-kaarten t.b.v.
waterpassing, zijn gunstig. Na enige oefening is het aantal ver
schrijvingen zeker niet groter dan bij de gangbare wijze van noteren.
Als bezwaar zou kunnen worden aangevoerd dat per polygoonkaait
maar de gegevens van één punt kunnen worden genoteerd. De
notatie van een hoekmeting vraagt derhalve twee kaarten. Thans
is begonnen met het onderzoek naar de mogelijkheid om een formu
lier te gebruiken, waarbij de aanstrepingen langs optische weg (en
niet langs elektro-magnetische weg, zoals bij de ponskaarten) worden
omgezet in kaart-ponsingen. Er kunnen dan meer punten op één
formulier worden geplaatst, hetgeen de overzichtelijkheid bevordert.
Overigens verandert er principieel niets aan de hiervoor geschetste
gang van zaken.
Het is natuurlijk ook mogelijk de op de thans gebruikelijke manier
genoteerde waarnemingsuitkomsten op ponskaarten over te brengen
en vervolgens deze ponskaarten met de iets gewijzigde voor- en
hoofdprogramma's te bewerken. In dit geval introduceert men
echter een foutenbronde overneming van de meetgegevens uit het
formulier op de ponskaart; bovendien kost deze bewerking extra
tijd en geld.
De berekening van x- en y-coördinaten, met weglating van de
hoogteberekening, is met de ontworpen programma's eveneens
mogelijk.
De Kon. Ned. Heide Mij. nam ongeveer 200 ha tachymetrisch
14