Rijkssubsidies. De kosteloze medewerking van de Comités tot Aankoop van Onroerende Goederen voor Rekening van de Staat bij het verlijden van de akte is eveneens gewenst. Tenslotte zou bij de herverkaveling rekening moeten worden gehouden, niet alleen met de belangen van de eigenaren, maar ook met die van de gebruikers. 1.3 De vrijwillige ruiling van ongebouwde landeigendommen De wet van 26 juli 1952x) verzekert, onder bepaalde voor waarden, de kosteloze registratie van de ruilingen van ongebouwde landeigendommen. Indien de geruilde kavels niet dezelfde waarde hebben, wordt een recht van 11 of 6% geheven op het waardever schil, naargelang dit verschil al dan niet groter is dan het vierde van de verkoopwaarde van de nieuwe kavel. Deze wet wordt weinig toegepast; zij maakt immers slechts een gedeeltelijke en afzonderlijke hergroepering van de eigendom mogelijk. Haar gebrek aan efficiëntie dient te worden toegeschreven aan het feit, dat bijna 70% van het Belgisch landbouwareaal in pacht wordt geëxploiteerd. De wet kan dus slechts dan een verbetering aan de bedrijfs structuur brengen, wanneer zij slaat op ruilingen tussen eigenaren die zelf hun gronden exploiteren. Een nieuwe kavelindeling impli ceert daarenboven meestal de herziening van het bestaande wegen net, alsmede de aanleg van nieuwe wegen. De kosten van deze wer ken zijn gewoonlijk vrij hoog en kunnen moeilijk door de belang hebbenden worden gedragen. Aangezien de wet van 1952 niet voorziet in een financiële tussenkomst van het Rijk, kunnen de gewenste verbeteringen moeilijk worden uitgevoerd. De eigenaren moeten eveneens de erelonen dragen die aan de hypotheekbewaarder zijn verschuldigd voor de overschrijving van de akte, de eventuele doorhalingen of overschrijvingen, de zegel rechten voor het opstellen van de minuutakten en de expedities, alsmede de verminderde erelonen voor het verlijden van de akte. De wet van 26 juli 1952 is dus eigenlijk geen iuilverkavelingswet, maar eerder een hulpmiddel dat een zeer beperkt aantal eigenaren in de gelegenheid stelt een gedeeltelijke verbetering aan te brengen aan de perceelstoestand van hun gronden. 2. De Ruilverkaveling uit kracht van de Wet 2.x Inleiding Op 10 maart 1948 heeft de toenmalige Minister van Landbouw bij de Senaat een wetsontwerp ingediend, strekkende tot de ruil verkaveling van landeigendommen. Met dit voorstel werd beoogd te voorzien in twee verschillende i8 9 B.S., 30 augustus 1952.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 20