belaste instelling, namelijk de Nationale Maatschappij voor de
Kleine Landeigendom (N.M.K.L.) 1).
De N.M.K.L. is een maatschappij op aandelen die ter uitvoering
van twee wetten werd opgericht bij het koninklijk besluit van 27
februari 1935. Zij is een parastatale instelling, geconstitueerd in de
vorm van een samenwerking tussen openbare besturen; de Staat
en de negen provincies zijn de enige aandeelhouders.
De maatschappij wordt beheerd door een Raad van Beheer
bestaande uit een voorzitter en tien leden, door de Koning benoemd
voor een termijn van zes jaar. Een eveneens door de Koning be
noemde directeur-generaal is belast met de leiding; hij geeft uit
voering aan de beslissingen van de Raad van Beheer waarvan hij
secretaris is, en aan die van de algemene vergadering. Ook het dage
lijks beheer is aan hem toevertrouwd.
De controle op de maatschappij wordt uitgeoefend door drie
regeringscommissarissen, drie revisoren en een Toezichtscomité.
De Ruilverkavelingswet heeft aan het oorspronkelijke doel van
de Nationale Maatschappij, nl. „het stichten en inrichten van
kleine landeigendommen", een aanzienlijke uitbreiding gegeven.
Uit de voorbereidende werkzaamheden van de wet blijkt immers
dat de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom moet
worden aangezien als de instelling die belast is met al wat aan de
algemene vergadering voorafgaatzij wordt dan ook bij ministerieel
besluit belast met de uitvoering van voormeld onderzoek naar het
nut van de voorziene ruilverkaveling.
Wat betreft de eigenlijke uitvoering, zijn in de wet verschillende
bepalingen inzake de tussenkomst van de N.M.K.L. opgenomen:
deze overheidsinstelling is het, die de secretaris van elk Comité
aanwijst, die aan elk Comité de nodige kredieten verstrekt voor
de uitvoering van de werken en voor alle andere uitgaven voor de
uitvoering van de ruilverkavelingsverrichtingen, en die reken-
plichtig is voor de uitgaven en ontvangsten waartoe het Comité
heeft besloten; zij zal tevens in de ruilverkavelingsakte meermaals
als schuldeiser voorkomenzij is het ten slotte die, na de ontbinding
van het Comité, in al zijn rechten en verplichtingen treedt en die
instaat voor de vereffening van de rekeningen.
De rol en de opdracht van de N.M.K.L. werden gepreciseerd in
het koninklijk besluit van 10 juli 1959 betreffende de ruilverkaveling
uit kracht van de wet 2). Dit besluit bepaalt onder meer dat de
N.M.K.L. haar medewerking verleent aan de Ruilverkavelings
comités, dit o.a. met het oog op het opmaken van de verschillende
bij de wet van 25 juni 1956 voorgeschreven dossiers, en dat zij tevens
toezicht kan houden op de landmeters, de ontwerpers en de aan-
22
1) Cf.A. Schütz, De ruilverkaveling in België en de rol van de Nationale
Maatschappij voor de Kleine Landeigendom; „Landbouwvoorlichting",
juni i960, 266.
2) B.S., 20 juli 1959.