38 ciële zaken, maar tevens willen laten blijken van mijn overtuiging dat een dergelijk samengaan noodzakelijk is en naar vermogen in de toekomst zal moeten worden uitgebreid. Het is toch zo, dat de landmeetkunde en het hydrografische werk kinderen zijn van dezelfde geodetische moeder, doch van verschillende vaders. Was Snellius verantwoordelijk voor de conceptie van het eerste kind, Plancius stond aan de wieg van het tweede. In november 1591 droeg Plancius een grote wereldkaart op aan de Staten-Generaal die volgens hem was: „eene geographische en hydrographische caerte der ganser werelt, waerinne alle landen, steden, plaetsen ende zeeen onder haren behoirl. graden der lanckte ende breedte zijn gestelt; de capen voorgeberchten, hooffden, havens, ondiepten, sanden ende clippen opt scherpste betrocken ende affgebeeldet, zijnde daerbij gevuecht de compassen ende streecken der winden". Het is de verschillende geaardheid der beide vaders, Snellius en Plancius, de eerste continentaal en de laatste maritiem georiën teerd, die de twee halfzusters, de landmeetkunde en de hydrografie, verschillende maar in hoofdzaak parallelle wegen heeft doen gaan. Dat deze wegen thans, ruim drie en een halve eeuw later, een geleidelijk toenemende convergentie gaan vertonen, kan slechts worden toegejuicht en in dankbaarheid geconstateerd. Moge het ons, of anders onze kinderen, gegeven zijn de wetenschap der geodesie door actieve en intensieve samenwerking op werkelijk mondiaal niveau te brengen, daarbij tevens overspannend de tot voor kort geodetisch onoverbrugbare oceanen. Het onderwerp van de lezing voor deze dag laat niet toe, de mogelijke vormen van deze samenwerking uitvoeriger te belichten, doch het was mij een behoefte u te wijzen op de noodzaak daarvan, alvorens nader in te gaan op de invloed die de landmeetkunde van oudsher op het hydrografisch werk heeft gehad. Ruim 70% van onze globe is bedekt door water en het is de taak van de hydrografische diensten der wereld om te geraken tot een beschrijving van het onder dat water gelegen gedeelte van onze aardkorst. In haar algemeenheid is deze uitspraak niet juist, omdat in wezen de groep van wetenschappelijke disciplines die men „oceanografie" noemt, belast is met de beschrijving der oceanen en hun begrenzingen. Hydrografie is slechts een deelgebied van de oceanografie en wel het toegepast wetenschappelijk oceanografisch onderzoek, dat als oogmerk heeft de veilige vaart van schepen over de oceanen te bevorderen. Hiertoe worden door de hydrografische diensten metingen uitgevoerd, die er in de eerste plaats op zijn gericht die gegevens te verzamelen welke voor de zeeman en diens navigatie van belang zijn. Verder moeten deze gegevens worden neergelegd in een voor de zeeman bruikbare vorm, zoals zeekaarten, gidsen en andere documenten. Zo nu en dan kan men, ten aanzien van de kaartering der oceanen de opmerking horen dat het niveau van deze kaartering op dit

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 40