39 moment, vergelijkbaar is met het niveau waarop de landkaartering zich 250 jaar geleden bevond. Dat zou dus betekenen dat onze kennis van de oceanen slechts schematisch en fragmentarisch genoemd kan worden. Deze opmerking kan tweeërlei betekenen en wordt ook in beide betekenissen gebruikt. In het ene geval bedoelt men ermede dat ondanks de moderne middelen en de grote sommen gelds die ervoor ter beschikking staan, de kaartering van de zeeën weinig voortgang heeft gemaakt en nog maakt. Anderzijds wordt ditzelfde argument vaak gebruikt om nog meer schepen en instrumentarium van de hiervoor in aanmerking komende instel lingen los te krijgen. In hoeverre deze niveauvergelijking zin heeft en hout snijdt, zal in het vervolg van mijn betoog nog ter sprake komen. In ieder geval gaat de opmerking over 250 jaar achterstand voor de hydrografische kaartering niet op. Integendeel, van het zeegebied dat voor de zeeman van primair belang is, en dat is het gebied waarin hij onder water gevaren kan aantreffen, is meer dan 80% voldoende nauwkeurig hydrografisch gekaarteerd. Dit is een aanzienlijk hoger percentage dan het adequaat gekaarteerde gedeelte van de landen dezer aarde. Hieruit volgt derhalve een aanzienlijke discrepantie tussen de voortgang die tot nu toe werd gemaakt op oceanografisch gebied en die op hydrografisch gebied. De voortgang op topografisch gebied zou dan ergens tussen deze beide inliggen. Waaruit is nu deze voortgang op hydrografisch gebied te ver klaren In de eerste plaats zijn de verschillende hydrografische diensten op de wereld al vele tientallen jaren ingespannen bezig met de kaartering van die gebieden op zee, die voor de zeeman van belang zijn. Deze inspanning kan slechts worden gezien als een welbegrepen eigenbelang, aangezien betrouwbare zeekaarten een belangrijke pijler vormen waarop de landseconomieën zijn opge bouwd. Deze pijler is te belangrijker, naarmate een land voor invoer en uitvoer meer op de zee is aangewezen. Het is duidelijk dat onbetrouwbare zeekaarten en het daarmede samenhangende grotere ongevallenpercentage voor zeeschepen, de verzekeringspremies voor schepen en ladingen zullen doen stijgen. Dit heeft prijsver hogingen ten gevolg voor alle over zee geïmporteerde goederen en benadeelt de concurrentiepositie van een land op alle overzeese markten. In de tweede plaats beslaat het voor de zeeman van primair belang zijnde zeegebied slechts een betrekkelijk klein gedeelte van de gezamenlijke oceanen, zodat de kaartering ervan vrij ver voortgeschreden kan zijn. Toch zou deze voortgang nog groter zijn geweest als niet juist de ondiepe zeeën vaak van alluviale oorsprong waren en daardoor aan voortdurende verandering onderhevig. Hierdoor wordt een geregelde herkaartering van vaak grote frequentie noodzakelijk om de zeeman bij voortduring de benodigde gegevens te verstrekken. Uiteraard heeft deze gere gelde herkaartering een aanzienlijk gedeelte van de hydro-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 41