45
bedroeg. Dat kan net voldoende zijn om in ondiep water een gevaar
lijke steen niet op te merken. Ten tweede moest bij zeer diep water,
bijvoorbeeld 9000 meter, het lood mechanisch worden afgevierd en
ingedraaid, hetgeen ongeveer 8 uur per loding in beslag nam. Het
is dan ook niet verwonderlijk dat voor de tweede wereldoorlog het
aantal dieptecijfers op de zeekaarten dat groter was dan 1000 meter
uiterst dun gezaaid was. Dit was tevens een van de hoofdoorzaken
dat een deel van het oceanografisch onderzoek, dat de morphologie
van de zeebodem bestudeert, voor de tweede wereldoorlog weinig
voortgang kon maken.
Het echolood zendt elektrisch opgewekte acoustische trillingen
uit met een frequentie van 1 tot 6 per seconde, afhankelijk van
de waterdiepte. Bij een bekende voortplantingssnelheid van het
geluid in zeewater, deze snelheid ligt in de buurt van 1500 meter per
seconde afhankelijk van de temperatuur en het zoutgehalte, kan
de diepte worden gevonden door het meten van het tijdsverloop
tussen de uitzending van een trilling en het ontvangen van de
door de zeebodem teruggekaatste echo. De allereerste echoloden
moesten inderdaad met een stophorloge worden waargenomen.
Bij de huidige uitvoeringen wordt het meten van het tijdsverloop
zeer nauwkeurig in het toestel zelf uitgevoerd en het resultaat
grafisch weergegeven in de vorm van een continu diepteprofiel. De
voordelen van het echolood zijn evident, vooral als men in aan
merking neemt dat ook de diepten van meer dan 10000 meter op
dezelfde eenvoudige wijze worden verkregen, mits men voldoende
vermogen uitzendt.
Bij de kleinere diepten, ergens tussen de vijf en de vijftien meter,
die dus voor de hydrografische opneming van het grootste belang
zijn, speelt het getij verschijnsel een aanmerkelijke rol. Deze invloed
wordt belangrijker naarmate de getij-amplitudo groter wordt ten
opzichte van de diepte. Het is derhalve noodzakelijk de getij
beweging tijdens het loden te kennen en tevens altijd het tijdstip
te noteren waarop een loding is verricht. Dat laatste is niet moeilijk,
maar de kennis van de getijbeweging, vooral in volle zee, wordt
aanzienlijk gemakkelijker geëist dan verkregen. Het stemt tot
dankbaarheid dat Nederland op het gebied van het meten van de
getijbeweging in volle zee een, vooraanstaande plaats ook internatio -
naai gezien, inneemt. Bodempeilschalen die ieder uur de hoogte
van de waterkolom registreren stellen ons in staat ononderbroken
getijseries te verzamelen gedurende twee maanden. Dit is van belang
voor het corrigeren van de gemeten waterdiepten met het echolood
op elk uur van de dag, maar tevens voor de vergroting van onze
kennis van het ingewikkelde getijmechanisme dat in de Noordzee
heerst. Op deze wijze kunnen alle lodingen worden gereduceerd tot
een vlak dat zo laag is gelegen, dat het zeeniveau slechts zelden
daaronder komt. Hierdoor geeft de kaart in wezen een pessimistisch
beeld van de dieptesituatie en zal de zeeman doorgaans meer water
vinden dan de kaart aangeeft.