53
den bereikt, tenzij onder uitzonderlijk gunstige omstandigheden.
De mogelijkheden tot het uitzenden van voor radioplaatsbepaling
geschikte informatie zijn beperkt tot:
1) Continu uitgestraalde, ongemoduleerde golven.
2) Continu uitgestraalde, gemoduleerde golven.
3) Met korte tussenpozen uitgestraalde korte impulsen.
De informatie die door de ontvanger op ongemoduleerde en ge
moduleerde golven gemeten kan worden bestaat uit fazeverschillen
het is de methode die de grootst mogelijke meetnauwkeurigheid
biedt. De beperking is dat slechts in onderdelen van golflengten
gemeten kan worden en dat de daardoor ontstane meerduidigheid
moet worden opgelost m.b.v. soortgelijke metingen op langere
golflengten. Alleen bij het Decca systeem behoeven dit geen extra
golflengten te zijn. Reeds vermeld is de beperking dat grond- en
ruimtegolf in de ontvanger niet gescheiden kunnen worden.
Van een impulstransmissie kan de looptijd of een looptijdverschil
éénduidig worden gemeten, doch deze meting is minder nauwkeurig.
Impuls-systemen hebben het voordeel dat althans in principe
een scheiding mogelijk is tussen de via de grond- en de ruimtegolf
ontvangen informatie, doch het nadeel van een zeer brede band.
Zoals gezegd, zal behalve het gewenste signaal in iedere
ontvanger ook een hoeveelheid ongewenste informatie binnen
dringen in de vorm van atmosferische ruis en storing door andere
zenders, terwijl ook de eigen ruis van de ontvanger een ongewenste
informatie produceert. De eigen ruis kan aanzienlijk gereduceerd
worden door transistorisatie van de ontvanger. De atmosferische
ruis bestrijkt alle golflengten en het zal duidelijk zijn dat het effect
daarvan, alsmede dat van storingen door andere zenders zeer sterk
beperkt kan worden als de ontvangstband zo smal mogelijk gehou
den wordt; door de slechts „op een kier openstaande deur" kan dan
maar een klein percentage van de totaal aanwezige storing binnen
treden en de gewenste informatie verstoren.
Aangezien de ontvangstband in ieder geval de totale uitgestraalde
informatie moet kunnen doorlaten, ligt het voor de hand dat de
ontvangstband minimaal kan zijn bij ongemoduleerde golven en
Impuls-systemen vereisen een zeer brede zendband, waardoor
ook de ontvangstband evenredig breed moet zijn, zodat de nood
zakelijke verhouding gewenst/ongewenst signaal alleen bereikt kan
worden met uitzonderlijk hoge zendvermogens, welke een ernstige
beperking vormen bij het verlenen van een zendvergunning.
Alle navigatie- en vele precisie-systemen zijn passief, in dien
zin dat alle zenders op het land zijn opgesteld en de waarnemer
slechts een ontvanger behoeft. Het aantal gebruikers is daardoor
onbeperkt en iedere nieuwe gebruiker behoeft slechts kosten te
maken voor het aanschaffen of huren van een relatief goedkope
ontvanger. Van deze zgn. „multi-user"-systemen produceren de