55 kaarten te drukken die tevens voorzien zijn van een vierkantennet en/of een stelsel van parallellen en meridianen. De waargenomen grootheden worden daarin geplot en de gewenste coördinaten kunnen in de mede overgedrukte netten worden afgepast. De nauwkeurigheid van deze grafische coördinatentransformatie is vanzelfsprekend afhankelijk van de kaartschaal en van de nauw keurigheid waarmede de kaartpatronen overeenstemmen met de uitgestraalde, waarvan zij de voorstelling geacht worden te zijn. Wat deze laatste overeenstemming betreft is het in de eerste plaats nodig dat het onderlinge verband tussen beide patronen bekend is. De beschikbare tijd laat niet toe in te gaan op de daartoe nodige meetmethoden, nóch op de daaraan verbonden geodetische problemen. Dit verband eenmaal bekend zijnde, rijzen nog een aantal geo detische problemen bij het berekenen van de kaartpatronen. Op enigszins grote afstanden dient daarbij o.a. rekening gehouden te worden met de aardkromming en soms ook met de hoogte boven zeeniveau. Bij hyperbolische systemen is het daartoe nodig sferoï- dische hyperbolen te berekenen en circulaire LOPs kunnen niet meer voorgesteld worden door zuivere cirkels. Hun vervorming t.o.v. vlakke hyperbolen en zuivere cirkels is vanzelfsprekend mede afhankelijk van de kaartprojectie en een gunstige keuze daarvan kan het te gebruiken formulesysteem aanzienlijk vereenvoudigen, hoewel geodetische berekeningen over afstanden van honderden en soms duizenden kilometers in ieder geval ingewikkeld blijven. Soortgelijke of nog ingewikkelder problemen treden op bij het gebruik van aardse satellieten t.b.v. navigatie en in nog sterkere mate voor geodetische plaatsbepaling. 6. De voornaamste navigatiesystemen In paragraaf 4 is reeds medegedeeld dat er radiotechnisch slechts een beperkt aantal mogelijkheden bestaat. Sommige systemen zijn op één enkele van die mogelijkheden gebaseerd en vele op een combinatie ervan. Het is dan ook slechts in beperkte mate mogelijk ieder systeem in een bepaalde afgebakende categorie onder te brengen. Aangezien de tijd niet toelaat om de grondbeginselen waarop de verschillende systemen berusten zelfs maar schetsmatig te beschrijven, is in de onderstaande tabel een poging gedaan om ze naar hun voornaamste eigenschappen te vermelden. Hoewel geen plaatsbepalings-systeem in de strikte zin van het begrip, dient nog de vliegtuig-Doppler-radar genoemd te worden. Uit het dopplereffect in vier verschillende richtingen kan zowel de grondsnelheid als de drift t.o.v. de gestuurde koers afgeleid worden. De snelheid van een vliegtuig is groot genoeg om deze gegevens met voldoende nauwkeurigheid uit de dopplerverschuivingen te bepalen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 57