4
ook bij toepassing van de fotogrammetrie terrestrische methoden
worden gebruikt. Bovendien zullen opnemingen van vooral klemere
gebieden nog wel steeds terrestrisch uitgevoerd worden. Het is de
vraag of de „Code-Theodolit" wel algemeen gebruikt zal worden.
Immers, de opstelling van het instrument en het richten moeten
op dezelfde wijze als eerder gebeurde plaats vinden. Het voordeel
is dus gelegen in de tijdwinst bij de registratie en de mogelijkheid
om de gegevens, nadat de fotografische registratie langs elektro
nische weg is vertaald op een ponsband, voor de berekening in
rekenautomaten te gebruiken.
De meeste landmeetkundige diensten in ons land zullen zich in
de naaste toekomst nog wel „behelpen" met de bestaande instru
menten. De vraag is op welke wijze ook deze diensten van de vooruit
gang in de techniek van de automatisering zullen kunnen profiteren.
Daar wij bij de automatisering ook de detailmeting willen be
trekken dient te worden uitgemaakt welke methode voor de detail
meting wordt gebruikt. Bij de keuze van een methode moet in het
oog worden gehouden dat een eenvoudige nummering (codering)
van de veelhoeks- en detailpunten gewenst is. Een ingewikkelde
codering leidt gemakkelijk tot het maken van fouten. Een foutief
puntnummer veroorzaakt bij de berekening veel tijdverlies en dus
extra kosten.
Er zijn twee methoden waarbij met een betrekkelijk eenvoudige
codering kan worden volstaan
ie. de orthogonale methode;
2e. de voerstraalmethode.
De in ons land veel gebruikte meetlijnenmethodewaarbij o.m. ook
verlengden van terreinobjecten worden gemeten, vraagt een vrij
ingewikkelde codering. De orthogonale methode heeft het nadeel
dat de loodlijnen betrekkelijk kort en alle punten van de meetlijn
uit zichtbaar moeten zijn; anders dienen hulplijnen te worden
gekozen en vei valt men weer in de meetlijnenmethode. De voer
straalmethode is in dit opzicht meer flexibel.
De voerstraalmethode lijkt mij derhalve voor de detailmeting, indien
men tot automatisering wenst over te gaan, de meest geschikte. Deze
methode wordt echter tot nu toe in ons land zeer weinig toegepast.
Nu is er gedurende de laatste jaren een merkwaardige ontwikkeling
in ons land gaande. Het gebruik van de optische afstandmeters
neemt toe, waardoor de toepassing van de voerstraalmethode meer
voor de hand ligt. Of de groei van het aantal optische afstandmeters
te danken is aan het toenemend verkeer, dat het gebruik van de
meetband bemoeilijkt, dan wel aan de omstandigheid dat het bezit
van een dergelijk instrument een status-symbool wordt, of dat de
activiteit der verkopers is vergroot, laten we in het midden. Daar
deze methode vermoedelijk even doelmatig is als de meetlijnen
methode, lijkt het mij een gelukkige samenloop van omstandigheden