5
dat deze ontwikkeling zich heeft voorgedaan. Hierdoor zijn voor
de automatisering gunstige voorwaarden geschapen.
Wijze van registratie der waarnemingen
Uitgangspunten voor het zoeken naar een methode, die ook
voor kleinere diensten en voor kleinere gebieden (enige honderden
hectaren) de mogelijkheid tot automatisering biedt, zijn:
1. voor de veelhoeks- en detailmeting worden de bestaande instru
menten (draden- en/of dubbelbeeldafstandmeters) gebruikt
2. de notatie der meetuitkomsten vindt plaats met de hand;
3. de detailmeting wordt verricht door middel van de voerstraal-
methode
4. de automatisering strekke zich over een zo groot mogelijk deel
van het meet- en uitwerkingsproces uit
5. de dienst moet de elektronische verwerking door hiertoe speciaal
uitgeruste bedrijven kunnen laten verrichten, omdat de aan
schaf fingprijs of de huur van de verschillende typen machines
voor kleine bedrijven te hoog is.
De onder 4 en 5 genoemde voorwaarden behoeven nog enige
toelichting. Teneinde de automatisering zo vroeg mogelijk in het
proces te kunnen inschakelen, moet de notatie van de meetuitkom
sten zodanig gebeuren dat deze direkt van nut is voor de verdere
verwerking. Bij de verwerking van de waterpasgegevens, zoals
deze nu bij de Kon. Ned. Heide Mij. wordt uitgevoerd, stonden we
ook voor de keus op welke wijze de registratie van de waarnemingen
te verrichten. Besloten werd het „mark-sensing" systeem toe te
passen 1). Hierbij worden op een speciale ponskaart de cijfers en
de codes aangestreept met een potlood, voorzien van een elektro-
grafietstift. Een vertolkmachine zet de aangestreepte posities om
in ponsgaten, waardoor een ponskaart ontstaat, waarvan de
gegevens door ponskaartenmachines kunnen worden verwerkt.
Ook voor het noteren van de meetgegevens, verkregen m.b.v.
optische afstandmeters, is het „mark-sensing" systeem toegepast.
Voor het verwerken van deze gegevens zijn in opdracht van het
Laboratorium voor Geodesie rekenprogramma's samengesteld door
de Internationale Bedrijfsmachine Maatschappij N.V. (I.B.M.), die
voldoet aan de onder punt 5 genoemde voorwaarde.
Op basis van de vijf uitgangspunten ontstond door de intensieve
samenwerking van de heren Ir. M. J. M. Bogaerts (Lab. voor
Geodesie), C. A. J. van Leeuwen en Ir. F. A. S. den Heyer
(I.B.M.) en Ir. J. A. G. Roeleveld (Kon. Ned. Heide Mij.) de
hierna beschreven methode. Dit groepswerk was noodzakelijk,
omdat de codering der punten, de opzet van de meting, het opmaken
1) Zie Ir. J. A. G. Roeleveld: Mechanische registratie en uitwerking van
profielmetingen. Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 79e jaar
gang (1963), nr. 3, blz. 174.