CARTOGRAFIE Prof. A. KRUIDHOF, De cartografie, gezien door een geodeet Toen de voorzitter van de N.L.F. mij vroeg te spreken over het onderwerp De cartografie gezien door een geodeet heeft hij daaraan een merkwaardige uitspraak toegevoegd. Hij zei: „Aan de T.H. neemt de filosofie óók een steeds belangrijker plaats in". Ik heb dit opgevat als een aanwijzing van de richting waarin ik mijn gedachten mocht laten gaan. Nu moet ik eerlijk zeggen dat dit een lichtpuntje was in het voor mij in eerste instantie zo duistere onderwerp. Ik kreeg toestemming een andere weg te volgen dan men gewoonlijk in wetenschappelijke voordrachten volgt. Men wordt dan pardoes middenin de gedachten- wereld van de spreker geplaatst, krijgt enkele uitgangsstellingen te horen en gaat dan met min of meer begrip de ontwikkeling van het betoog meemaken. Een andere weg is het volgen van een groeiproces van den be ginne af. Zo doet de natuur het. Een kind doorloopt in de moeder alle ontwikkelingsstadia die de evolutie op weg naar het menszijn heeft doorlopen. Een groeiproces verloopt dus van eenvoudige levensvormen naar steeds hoger georganiseerde. Steeds meer ver fijnde organen worden tot één organisch tezamenhorend geheel ontwikkeld. Maar ook wordt de speciale opdracht van een orgaan steeds duidelijker gedefinieerd. De speciale taak wordt echter niet op zichzelf volbracht, doch in samenhang met alle andere specialis men. Er is een onderling verband dat boven ieder specialisme afzonder lijk uitgaat. Maar het bestaan van die band is dan ook voorwaarde zonder welke het afzonderlijk specialisme ten dode is opgeschreven. Zo gezien hangt alle leven tezamen, het is een oneindig gevarieerd samenstel van specialismen. Een van de eenvoudige organen die zich in dit geheel begon te ontwikkelen was de geodesie. Het was nog niet de geodetische wetenschap zoals wij die nu kennen. Het was de gewone landmeet kunde die ten dienste van belastingheffing en om de eigendoms- grenzen zeker te stellen in het oude Egypte werd bedreven. Het jaarlijks overstromen van de Nijl deed de grenzen verdwijnen, het weer uitzetten van de eigendomsgrenzen door priesters was de werkzaamheid waaraan de naam geodesie: „Ik verdeel de aarde", hoogleraar aan de Landbouwhogeschool te Wageningen: Voordracht gehouden voor de leden van de Kartografische Sectie van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap en de Nederlandse Landmeetkundige Federatie op n december 1964 te Wageningen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 18