95
van Alexandrië naar Syene stond. De lengte van deze boog werd
afgeleid uit de toen nog bestaande kaarten en voor zo ver dat nodig
was uit zelfstandige lengtemetingen. Hij vond een omtrek van
39690 km. Op deze aarde lagen de zeeën en vaste landen uitgespreid.
De beschrijvingen van de veldtochten van Alexander de Grote
verschaften de bibliothecaris vele gegevens omtrent de bewoonde
wereld. Eratosthenes tekende daarmede en daaruit zijn wereld
kaart. Een kaart op een plat vlak waarop een onregelmatig net van
meridianen en parallellen was getekend, dat als grondslag voor de
afbeelding van land en zee diende. Doordat deze wereld in oost
west richting langer was dan in noord-zuid richting, voornamelijk
bepaald door de Middellandse Zee, ontstaan de benamingen lengte
en breedte. Eratosthenes was als geodeet dus tevens cartograaf.
Het was de Griekse astronoom en wiskundige Ptolemaeus
(ca. 150 na Chr.), die meer orde schiep in het wereldbeeld. Hij legde
aan lengte en breedte de graadverdeling ten grondslag. Dit net
van meridianen en parallellen werd door hem geprojecteerd op een
de aarde snijdende kegelmantel. Deze werd volgens een beschrij
vende lijn opengeknipt en plat gelegd. Zo ontstond een platte
kaart. Van een 8000 over de aarde verspreid liggende punten geeft
hij lengte en breedte. In zijn Geographia beschrijft hij hoe een wereld
kaart moet worden vervaardigd. Het is onbekend of de kaart van
de wereld, zoals deze in sommige manuscripten is opgenomen, door
hemzelf is vervaardigd. Waarschijnlijk niet, want hem interes
seerde de abstractie en de afbeelding van het astronomisch wis
kundige netwerk van meridianen en parallellen, maar minder de
gedetailleerde weergave van het landschap.
Was hij een geodeet Of cartograaf
De grootte van zijn aarde ontleende hij aan een meting van
Posidonius, de geografische coördinaten voor het grootste deel
aan oudere kaarten. Hij is dus wel een cartograaf, want hij ging uit
van de waarnemingen van anderen. In dit geval echter met te grote
lichtgelovigheid en te weinig kritiek t.a.v. de hem ten dienste staan
de gegevens. Waar dat toe voert, indien de juiste geodetische ken
nis niet in acht wordt genomen Tot een veel te lange Middellandse
Zee op een veel te kleine aarde afgebeeld en dan tot de ontdekking
van Amerika door Columbus. Na de Griekse wetenschap, volgde de
Romeinse praktijk (350). De realistische Romeinen wisten de weg
op aarde ook wel te vinden zonder zich druk te maken over de we
tenschappelijke geodesie. Hun agrimensoren, landmeters, maakten
detailkaarten die dan werden samengevoegd tot een kaart van het
Romeinse Rijk. Deze kaart heeft bekendheid gekregen door een
kopie, de zgn. Peutingerkaart.
In de Middeleeuwen werd de Griekse wereld vergeten. De cultuur
concentreerde zich in de kloosters. Het was een naar binnen ge
keerde cultuur, die leefde in de vormen die in de Bijbel voor het
innerlijk leven waren uitgebeeld. De kloosterkaarten zijn dan ook
allerminst geodetisch verantwoorde denkbeelden van de aarde. De