te stellen. Zoals zo vaak in de geschiedenis won de grote persoon
lijkheid die Krayenhoff was en het driehoeksnet werd gemeten.
In 1815 werden de resultaten uitgegeven als Précis historique en in
1821 was met behulp van de resultaten van deze driehoeksmeting
de chorotopografische kaart, schaal 1 115200, gereed. Aan deze
kaart ligt geen kaartprojectie ten grondslag.
Valt uit de geschetste gang van zaken ook iets te leren omtrent
de verhouding van cartograaf en geodeet Het werk van de carto
graaf blijkt onaanvaardbaar te zijn als het niet steunt op dat van
de geodeet, dit heeft Krayenhoff in den beginne moeten leren.
Al spoedig na het tot stand komen van de chorotopografische
kaart, ja zelfs al voor die tijd begint zich een andere ontwikkelings
lijn duidelijker af te tekenen, nl. de groeiende maatschappelijke
behoefte aan nauwkeuriger kaartwerk. In 1820, een jaar dus voor
het gereedkomen van de chorotopografische kaart, was door
„Koning Willem I een commissie benoemd om te onderzoeken, op
welke wijze een kaart van het gehele rijk zou moeten worden ver
vaardigd, geschikt tot het gebruik bij alle takken van de openbare
dienst". In deze commissie waren vertegenwoordigd de departe
menten van oorlog, van binnenlandse zaken, der ontvangsten en
van marine. In 1822 was het advies gereed en werd de generale staf
onmiddellijk belast met de verdichting van het driehoeksnet van
Krayenhoff en het verzamelen van topografische gegevens. In
verband met de twist met België werd Noord-Brabant het eerst in
kaart gebracht op schaal 1 25000. Op last van Koning Willem II
werd in 1842 begonnen met het graveren op steen van de topo
grafische en militaire kaart van het Koninkrijk der Nederlanden
op schaal 1: 50000. In 1850 verschenen de eerste bladen. De
secundaire driehoeksmeting werd voortgezet en in 1861 werden de
resultaten uitgegeven als Meetkundige beschrijving van het Konink
rijk der Nederlanden, uitgegeven op last van het Ministerie van
Oorlog. De gebruikte kaartprojectie was die van Bonne, een on
echte kegelprojectie die de eigenschap heeft de grootte op aarde
equivalent af te beelden.
Na afbeelding van het net van meridianen en parallellen en in
voeging van de details werd, als gemakkelijk hulpmiddel voor het
aanduiden van de plaats op de kaart en voor het verrichten van
berekeningen een rechthoekig coördinatenstelsel aangebracht. Als
noord-zuid as werd gekozen de als rechte lijn afgebeelde meridiaan
van de Westertoren te Amsterdam, als oost-west as, de raaklijn aan
de parallel van 510 30' ter plaatse van het snijpunt van deze paral
lel met de noord-zuid as.
De kaartinhoud werd verkregen door inpassing van verklei
ningen van de kadastrale kaart. De aldus verkregen, toch nog vrij
schematische voorstelling,- werd aangevuld met voor de topografie
op het terrein verzamelde gegevens.
Voor een aantal onder u zou het interessant zijn nader in te gaan
op de historie der reproduktiemethoden die bij het steeds maar
100