R.D.-stelsel door de praktijk was in den beginne aarzelend.
Bij kadastrale hermetingen en metingen t.b. v. ruilverkaveling bedient
men zich van R.D.-coördinaten. Vooral bij de waterstaatkundige wer
ken werd in steeds toenemende mate van deze nauwkeurige en in hun
kaartmateriaal eenheidstichtende grondslag gebruik gemaakt. Ik
noem enkele van deze technische werkzaamheden: de aanleg van
wegen, bruggebouw, tunnelbouw, het Deltaplan enz.
Maar ook het vele gemeentelijke kaartwerk werd gevat in het
stelsel van de Rijksdriehoeksmeting. Zo bijv. de uitbreidings
plannen, het projecteren van wegenaanleg of het stichten van nieuwe
havengebieden. Ook de Ned. Spoorwegen sluiten in het algemeen
hun metingen aan het R.D.-stelsel aan. De Cultuurtechnische
metingen worden steeds meer opgenomen in dit driehoeksnet.
De technische kaarten waarover nog zeer veel te zeggen zou zijn,
noem ik echter niet typische cartografie; zij zullen door de carto
graaf als geodetisch werk worden beschouwd. Ik zal mij daarom
haastig wenden tot het meer cartografisch gebruik van de Rijks
driehoeksmeting. Een zeer belangrijke rol ging dit spelen, doen de
fotogrammetrie voldoende nauwkeurige uitkomsten ging geven.
Dat was omstreeks 1930. In 1931 werd overgegaan tot het vervaar
digen van de rivierkaart 1 10 000 uit luchtfoto's. De kaartering
geschiedde in het stelsel der Rijksdriehoeksmeting, dus in de stereo-
grafische projectie. In 1932 begint de Meetkundige dienst van de
Rijkswaterstaat de grondplans 1 1000 uit luchtfoto's te kaar
teren en aan te sluiten aan de Rijksdriehoeksmeting. Eind 1932
wordt begonnen de Nederlandse topografische kaart 1 25 000
uit luchtfoto's samen te stellen.
Men verlaat de bonneprojectie en kaarteert in het stelsel van de
Rijksdriehoeksmeting, dus in de stereografische projectie.
In 1937 komt de eerste met behulp van luchtfotogrammetrie
gekaarteerde en in het R.D.-stelsel opgenomen kadastrale kaart tot
stand.
We zien hieruit dat het uit wetenschappelijke belangstelling
voortgekomen stelsel van de Rijksdriehoeksmeting én de uit, om
te beginnen vooral militaire, maar in steeds toenemende mate ook
uit maatschappelijke behoefte zich ontwikkelende fotogrammetrie,
tezamen een geodetische grondslag leggen voor een typisch carto
grafisch werk, zoals de topografische kaart is.
Het trekken van een grens tussen geodesie en cartografie wordt
in dit stadium van ontwikkeling bepaald niet gemakkelijker, vooral
ook omdat de fotogrammetrie voor het meer typisch cartografische
deel van de vervaardiging van de topografische kaart van grote
waarde is. Ik zal daar nog nader op ingaan.
Eerst zou ik willen ingaan op de betekenis van de topografische
kaart voor zeer veel Nederlandse cartografie. Ik vermoed dat bijna
alle verschijnende, Nederland betreffende cartografie, grondslag
en eventueel gegeneraliseerde inhoud, ontleent aan de topogra
fische kaart.
102